Typologie(ën)

burgerwoning
woning met kunstenaarsatelier

Ontwerper(s)

Alban CHAMBONarchitect1902

Fernand CHAMBONarchitect1902

Géo BERNIERschilder

Jenny HOPPEschilder

Statut juridique

Beschermd sinds 03 juli 1997

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16589
lees meer

Beschrijving

Voormalige kunstenaarswoning met tentoonstellingszaal en ateliers van schildersechtpaar Géo Bernier (1862-1918) en Jenny Hoppe (ca 1870-?), in art-nouveau n.o.v. Alban Chambon, 1902 en 1907 (tentoonstellingsruimte).

Vanaf 1918 bewoond door schilder Emile Baes (1889-1953) en rond 1949 door bronsgieter S. Baes.

Géo Bernier gold als een van de bekendste dierenschilders (vnl. paarden en koeien) van de eeuwwisseling en was medestichter van Le Sillon. In zijn tentoonstellingsruimte (1907) organiseerde hij vaak tentoonstellingen. Op alle muren van de ateliers en gangen vindt men nog de metalen stangen waaraan schilderijen werden opgehangen. Hij woonde hier tot aan zijn dood.
Zijn vrouw, Jenny, schilderde eveneens, maar in een postimpressionistische stijl. Ze was de dochter van medaillist Edouard Hoppe en de schoonzus van Victor Gilsoul.

Architect-decorateur Alban Chambon ontwierp de woning, maar zou naar verluid de realisatie ervan toevertrouwd hebben aan zijn zoon Fernand Chambon.

Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); hoogste bouwlaag teruggetrokken boven eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Beige gekleurde bakstenen gevel met oranje bakstenen banden op zandstenen plint met natuurstenen rustica tussen getraliede souterrainvensters. Rechthoekige muuropeningen op hardstenen dorpelHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel). en onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.; vaak met houten lamberkijnDraperie in guirlandevorm, al dan niet met kwasten; vaak geschilderd of nagebootst in hout, metaal, ... en bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling.

Hervormingsstraat 4, toegangsdeur (foto 2006).

Toegangstravee met brede opengewerkte smeedijzeren deur onder een impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. binnen een spaarveld; in tweede bouwlaag vierlicht met glas-in-lood onder zeslicht binnen hetzelfde spaarveld.

Hervormingsstraat 4, <a href='/nl/glossary/79' class='info'>erker<span>Rechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.</span></a> (foto 2006).

In centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzeren vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. op benedenverdieping; op eerste verdieping houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op smeedijzeren kraagstukken en onder leien lessenaardak. Eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en attiekmuurtje. Rechtertravee geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bekroond door bakstenen topstukken; glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in eerste bouwlaag, vervolgens glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met dito borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en tussen smalle raampjes in tweede bouwlaag en tenslotte vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzeren vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. in hoogste bouwlaag.
Smeedwerk met cirkel- en gestileerde plantenmotieven.

Interieur: Vestibule met afwisselde banden marmer bekleed en onder metalen cassetteplafond gevuld met gele ceramiektegels met florale versiering in reliëf. Korte schuin oplopende trap, rechts van vestibule, leidt naar verhoogde gelijkvloerse verdieping. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. vanaf hier verlicht door zenithaal glas-in-lood met geometrische en gestileerde bloemmotieven. Bewaard trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. (trap, lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, deuren,…) met o.m. fraaie houten balustradesHekwerk van spijlen of balusters. met geometrische motieven (discussen al of niet binnen vierkant vlak) en ingesneden groeven.

Hervormingsstraat 4, het grote schildersatelier (foto 1994).

Gebouw met twee noordelijk georiënteerde ateliers. Grootste atelier op benedenverdieping en toegankelijk via hall. Naast ingang leidt houten bordestrapje, met onder meer een berghok onder het tweede bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap., vanuit het atelier naar de kamers van verhoogd gelijkvloers. TrappalenHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. bekroond door fraaie smeedijzeren korven uit gestileerde plantenmotieven. Atelier verlicht door groot daklicht en brede vensterpartij. Vloer in visgraatparket.

Hervormingsstraat 4, fraaie bordestrap in het grote atelier (foto 1994).

Fraaie stenen schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. met kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme). tegen de rechter scheimuur. Atelier leidt verder naar voormalige tentoonstellingruimte (1907) die tuin links afbakent. In andere kamer op gelijkvloerse verdieping een in hoek geplaatste schoorsteen: deels opengewerkt smeedijzeren, maar vergulde schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. met gestileerde florale elementen en schoorsteenmond met groene ceramiektegels.

Hervormingsstraat 4, klein schildersatelier op de eerste verdieping (foto 1994).

Op eerste verdieping tweede, maar kleiner atelier op dezelfde manier verlicht als groot atelier.

Kleine zenithaal verlichte trap in rechtertravee leidt naar hoogste verdieping.

Hervormingsstraat 4, <a href='/nl/glossary/214' class='info'>schoorsteenmantel<span>Houten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw.</span></a> van kamer op gelijkvloerse verdieping (foto 1994).

Voorts nog enkele schoorsteenmantels versierd met gangbare motieven of bekleed met art-nouveau getinte faiencetegels. Bewaarde deuren met discusmotieven op panelen en omlijsting en originele klinken.

Hervormingsstraat 4, achtergevel van de woning met onderaan links het groot atelier en op eerste verdieping rechts het klein atelier (foto 1994).

Tuin: Kleine tuin toegankelijk via voormalige tentoonstellingruimte of via kelder. Lichtput naar kelder afgesloten door smeedijzeren hek met golvende florale motieven. Gevels rond tuin bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen..

Beschermd op 03.07.1997.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 261-4.

Publicaties en studies
« Baes Emile », Nos Contemporains, Portraits et biographies des personalités belges ou résidant en Belgique, connues par l'œuvre littéraire, artistique ou scientiphique, ou par l'action politique par l'influence morale ou sociale, Bruxelles, 1904, pp. 314-315.
« Bernier Géo », Nos Contemporains, Portraits et biographies des personalités belges ou résidant en Belgique, connues par l'œuvre littéraire, artistique ou scientiphique, ou par l'action politique par l'influence morale ou sociale, Bruxelles, 1904, pp. 242-244.
« Bernier-Hoppe Jenny », Nos Contemporains, Portraits et biographies des personalités belges ou résidant en Belgique, connues par l'œuvre littéraire, artistique ou scientiphique, ou par l'action politique par l'influence morale ou sociale, Bruxelles, 1904, pp. 244-245.
Gevrijwaarde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, 1999, p. 124.
POTVIN, J., Géo Bernier, Le dernier des animaliers, SA M. Weissenbruch, Brussel, 1926, pp. 54-55.
SMISMANS, L., Profiel van de Belgische kunstenares geboren tussen 1800 en 1900, en werkzaam op het gebied van de schilderkunst, voornamelijk het pleinairisme, het impressionisme en het fauvisme, Het aanleggen van een corpus, met uitwerking van 53 betekenisvolle biografieën, (dl. 1, dl. 2-corpus) (onuitgeg. verh.), VUB, Brussel, 1990-1991.
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraal proefschrift, sectie Kunstwetenschappen en Archeologie, VUB), Brussel, 1995-1996.
VERDAVAINE, G., Les nus d'Emile Baes, Brussel, 1923.