Ernestinelaan 14

Opmerkelijk appartementsgebouw in modernistische stijl, n.o.v. architect Georges Ricquier, 1935.

Zeven bouwlagen waarvan de laatste twee trapsgewijs inspringend met terras. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. verdiepingen (oorspronkelijk lichtgeel gekleurd) op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Benedenverdieping met portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. geflankeerd door twee garages. VensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. op verdiepingen met afgeronde hoek naar de terrassen afgesloten door een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Oorspronkelijk versierde een kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. van zwarte keramiek de geriemde vensterdorpels en de waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. deels bewaard (NV Chamebel uit Vilvoorde).

Interieur
Toegangsvestibule die leidt naar de veelhoekige hal, allebei bekleed met beige marmer. In de hal komen de deur van de conciërgeloge en de deur naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. (granito) uit, aangevuld met een lift. Op de benedenverdieping, achteraan, open ruimte waarlangs de kamers van het personeel liggen. Op de verdiepingen, ruime appartementen, ondanks de geringe breedte van het perceel: woonvertrekken (eetkamer, salon) aan de straatkant, gescheiden van het “private” gedeelte (slaapkamers, badkamer, linnenkamer) door de dienstlokalen (keuken, kantoor, vestiaire) en de veelhoekige hal. De laatste twee bouwlagen worden door een duplex ingenomen.