Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Ivan VOGELAERarchitect1924

Stijlen

Art deco

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16408
lees meer

Beschrijving

Woning met dokterspraktijk in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. arch. Ivan Vogelaar, 1924.

Op doorlopend  perceel met François Stroobantstraat nr. 5 (garage).

Drie bouwlagen. Oranjekleurige bakstenen gevel met simili-elementen op breukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. sokkel. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder zware simili-band. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met op benedenverdieping drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. naast deels opengewerkte en getraliede deur met schuine dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. en onder houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en klein drieledig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.; op eerste verdieping centrale trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met zijventers; op tweede verdieping serlianaDrielicht met centraal hoger venster onder rondboog en laterale vensters onder architraaf. met toegang tot terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; bekronende puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en bolornamenten. Zijtravee met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen spaarveld; eerste twee bouwlagen als tweelicht en rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in hoogste bouwlaag; houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op smalle modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roeden in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Decoratief metselwerk o.m. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (blokverband).

Interieur. Dokterpraktijk en dienstruimtes op benedenverdieping, leef- en rustruimtes op verdiepingen.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 110-22, 138-5.