Typologie(ën)

rustoord/tehuis

Ontwerper(s)

V. EVRARDarchitect1895-1903

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neotraditioneel

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31824
lees meer

Beschrijving

Gesticht in 1805 door G. Sjongers, in het gewezen ursulinenklooster. De Ursulinen van Bergen verkregen in 1662 toelating tot vestiging te Brussel, waarna aankoop van het «Hotel d’Havré» (16e eeuw) in 1673 en bouw van een kapel; uitgedreven in 1798. Gebouwen in 1808 door Napoleon overgedragen aan de Stad Brussel. Refuge van bij de stichting bestuurd door een beheerraad van filantropen; interne organisatie vanaf 1837 waargenomen door de Zusters van Voorzienigheid van Champion. Thans zogenaamd «Residentie Ter Ursulinen» van het O.C.M.W. Huidig complex naar ontwerp van architect V. Evrard in opdracht van de filantroop E. Brugmann. Eerstesteenlegging in 1895, in een vijftal fasen opgetrokken waarbij geleidelijke afbraak van het oude ursulinenklooster, voltooid in 1903.

De plattegrond omvat vleugels aan Ursulinenstraat en Accolaystraat, en een ingesloten rechthoekige binnentuin. Aan straatzijde opeenvolging van afzonderlijke bouwvolumes, gescheiden door lichtschachten.

Gevels in eclectische stijl met neotraditioneleDe neotraditionele bouwstijl inspireert zich op de traditionele architectuur, die men eerder vrij gaat incorporeren in een meer eigentijdse vormgeving, met eigentijdse materialen en technieken (19e eeuw en 20e eeuw). inslag, in bak- en hardsteenbouw met sierankers; drie bouwlagen en in totaal achtendertig traveeën onder mansardedakenGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Horizontale gevelgeleding door sokkel, pui- en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; verticale ritmering door rondboognissen. Afgesnuite hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en niet axiale ingangsrisalieten met kruiskozijnen, respectievelijk verhoogd met getuite geveltoppen en een lantaarntoren boven de hoofdingang. Voorts steek- en rondboogvensters. Plaketten met namen van weldoeners in de noordgevel. Gesloten opstand aan drie zijden van de binnentuin, met gelijkaardige karakteristieken, doch bijkomende verdieping in plaats van mansarde, heden echter beschilderd. Hardstenen calvariegroep (1638) tegen de zuidvleugel. Westzijde oorspronkelijk ingenomen door een kapelvormig dodenhuisje en een pittoresk bijgebouw met hoektorentjes, waarin onder meer een varkensstal, heden gesloopt.

Interieur. Eenbeukige kapel (oostvleugel) met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder tongewelf met gordelbogen en driezijdige koorsluiting. Dubbel volledig gietijzeren doksaal in de westtravee; hoge rondboogvensters met ijzeren roeden. Marmeren altaar; Kruisiging (ca. 1620) door C. De Crayer. Voormalige raadzaal met ereschouw voor E. Brugmann, voorzien van een borstbeeld door beeldhouwer J. Dillens, onthuld in 1899.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 2857, 1047 en 23359 (1895-1903). 

Publicaties en studies
VAN MALDERGHEM R.Le Refuge des Vieillards aux Ursulines à Bruxelles 1805-1905, Brussel, 1909.