Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1600-1700

Juridisch statuut

Beschermd sinds 05 december 2002

Stijlen

Barok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32113
lees meer

Beschrijving

Diephuis met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Recent gedecapeerde, laat-barokke klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. op volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., voorheen bekroond met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en een geprofileerd driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., heden vereenvoudigd. In deze vorm aanpassing uit eerste helft 18e eeuw, van een oudere kern, vermoedelijk met trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. van hetzelfde type als nr. 2, uit 17e eeuw. 

Traditionele bak- en zandsteenstijl met speklagen in het verlengde van dorpelsOnderdorpel van een deur. en vroegere dekstenenNatuurstenen of keramische plaat, op bijvoorbeeld een geveltop, om het onderliggend metselwerk tegen regen te beschermen., en lelie-ankers op de penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. en in de top. Voormalige kruiskozijnen op de bovenverdiepingen, met kwartholle negblokken, tweedelige lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. en wigvormige ontlasting; toegevoegde lekdrempels (19e eeuw). Tweeledige geveltop: drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met kwartholle negblokken, gedeeltelijk gedicht rondbogig middenluik met afgevlakte sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en imposten, en rechthoekige zijvenstertjes; erboven grote ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met vlakke omlijsting, sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. In de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rondboogpoort met hardstenen omlijsting in régencestijl, uit tweede kwart 18e eeuw: breed geprofileerd spiegelbogig veld met neuten, gelede imposten, gegroefde voluutsleutel en ruitvormige netwerkvulling in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is.; oorspronkelijke gesmeed ijzeren waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer. met sierlijke tracering vanuit halve rozetRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood., en dito borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. erboven. Benedenvensters verbouwd tot garagepoort.

Achtergevel: verankerde tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken. in baken zandsteen met muurvlechtingen en in 19e eeuw gedeeltelijk gewijzigde ordonnantie. Voormalige kruiskozijnen met kwartholle negblokken en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. op de bovenverdiepingen, dito rechthoekige luiken in de top.




Bronnen

Archieven
KIK, 3529 A, 29716 A.