Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
H.L.F. PARTOES – 1849
F. BELLEFLAMME – 1874
Philippe DE BLOOS – architect – 1990-1991
Jean-Pierre HOA – architect – 1990-1991
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Postmodernisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31673
Beschrijving
Kopgebouw in
neoclassicistische stijl naar een ontwerp van architect H.L.F. Partoes, 1849.
Vier bouwlagen en driemaal drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Bepleisterde en beschilderde gevel met registermarkering door hardstenen hoekkettingen en geprofileerde kordonvormende lekdrempels. Op benedenverdieping rondbogen met geprofileerde booglijst op doorgetrokken imposten, en gediepte penanten; centrale winkeldeur en doorlopende hardstenen sokkel. Verdiepingen met rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, op de eerste twee verdiepingen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., breder en op voluutconsoles op de eerste verdieping; ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Gevelbeëindiging door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., vlakke friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en op de hoeken kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossen en tandlijst, heden vervangen.
Duquesnoystraat nr. 40. In oorsprong burgerwoning in neoclassicistische stijl n.o.v. architect F. Belleflamme, 1847.
Vier bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie, en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel geleed door kordonvormende lekdrempels. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Centraal balkon op voluutconsoles en met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; glasdeur onder entablement, bijkomende orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. op twee hoogste verdiepingen. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Pui met zijingang en gietijzeren pilasters.
Duquesnoystraat nr. 42. In oorsprong burgerwoning in neoclassicistische stijl, 1847.
Drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel gemarkeerd door hoekkettingen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting met later toegevoegde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; breed balkon, oorspronkelijk op voluutconsoles, heden gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. uit begin 19e eeuw. Doorgetrokken, geprofileerde lekdrempels op hoogste verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst boven fries en kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Benedenverdieping oorspronkelijk met geblokte rondbogen, heden winkelpui.
Grondige renovatie van het geheel door architectenbureau ARC (architecten Ph. De Bloos en J.-P. Hoa, 1990-1991), gepaard met wederopbouw van de belendende panden.
Vier bouwlagen en driemaal drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Bepleisterde en beschilderde gevel met registermarkering door hardstenen hoekkettingen en geprofileerde kordonvormende lekdrempels. Op benedenverdieping rondbogen met geprofileerde booglijst op doorgetrokken imposten, en gediepte penanten; centrale winkeldeur en doorlopende hardstenen sokkel. Verdiepingen met rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, op de eerste twee verdiepingen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., breder en op voluutconsoles op de eerste verdieping; ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Gevelbeëindiging door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., vlakke friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en op de hoeken kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossen en tandlijst, heden vervangen.
Duquesnoystraat nr. 40. In oorsprong burgerwoning in neoclassicistische stijl n.o.v. architect F. Belleflamme, 1847.
Vier bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie, en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel geleed door kordonvormende lekdrempels. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Centraal balkon op voluutconsoles en met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; glasdeur onder entablement, bijkomende orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. op twee hoogste verdiepingen. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Pui met zijingang en gietijzeren pilasters.
Duquesnoystraat nr. 42. In oorsprong burgerwoning in neoclassicistische stijl, 1847.
Drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel gemarkeerd door hoekkettingen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting met later toegevoegde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; breed balkon, oorspronkelijk op voluutconsoles, heden gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. uit begin 19e eeuw. Doorgetrokken, geprofileerde lekdrempels op hoogste verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst boven fries en kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Benedenverdieping oorspronkelijk met geblokte rondbogen, heden winkelpui.
Grondige renovatie van het geheel door architectenbureau ARC (architecten Ph. De Bloos en J.-P. Hoa, 1990-1991), gepaard met wederopbouw van de belendende panden.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 26175 (1849); Duquesnoystraat 40: 10347 (1847); Duquesnoystraat 42: 10356 (1847).