Typologie(ën)

herenhuis
woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1700-1750

Gédéon BORDIAUarchitect1862-1863

INCONNU - ONBEKEND1907

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Régence
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31287
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl met Lodewijk XIV-elementen, in huidige vorm met drie bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., oorspronkelijk veel ruimer, langgerekt pand uit de eerste helft van de 18e eeuw, waarvan de rechterhelft werd gesloopt bij het doortrekken van de Zuidstraat (1861-1862).

Eertijds bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. waarin getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Uit de as geplaatste centrale inrijpoort, vlak omlijste rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en verdiepte penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.; gelede plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en puilijst, hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en geprofileerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; conform de huidige tweede bouwlagen.
Overgebleven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vervolgens aangepast en verfraaid n.o.v. architect G. Bordiau , 1862-1863: nieuwe inrijpoort in de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); toevoeging van stafwerkOrnament, bestaande uit een pijp-, riet- of koordvormige vulling van cannelures tot op een derde van hun hoogte. op penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en een heden verdwenen balkon in de twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de verdieping; voorts aanbreng van de huidige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. in de centrale, met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. in de zijtraveeën, een verdwenen attiekbalustradeMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. en vorstkamKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak.. Verhoogd met de huidige derde bouwlaag en bedaking in kopiërende stijl onder klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. (1907), waarbij hergebruik van voornoemde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Meermaals verbouwde benedenverdieping.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 14281 (1862-1863), 1279 (1907).

Publicaties en studies
HENNE A., WAUTERS A., Histoire de la Ville de Bruxelles, Bruxelles, 1845, Nouvelle édition du texte original, 3, fig. 1054.

Websites
BALat KIK-IRPA