Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1710-1720

J. DE LIGNE1921

Juridisch statuut

Beschermd sinds 25 juni 1992

Stijlen

Barok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31154
lees meer

Beschrijving

Voormalig zogenaamd «Hotel Roest d’Alkemade». Breed herenhuis, oorspronkelijk dubbelwoonst, in classicerende laat-barokstijl, gebouwd ca. 1715.

Drie bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. (pannen). Belangrijke inwendige verbouwing naar ontwerp van architect J. De Ligne van 1921; bedaking vooraan ca. 1960 gemansardeerd (leien). Lijstgevel waarvan de middenpartij van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond wordt met een gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en een verhoogde halsgeveltop. Bij de restauratie in 1955 gedecapeerd en opnieuw bekleed met cement, waarbij vrijlating van de zandstenen delen onder meer de sokkel, lijstwerk en ornamentenNiet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren.. Krachtig geritmeerde, symmetrische gevelopbouw : registers horizontaal gemarkeerd door de gekorniste puilijst en dito hoofdgestel, laatst genoemde met trigliefen en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; verticaliserende travee-indeling door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., in kolossale ordeZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. op de bovenverdieping rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in verkleinende ordonnantie, omlijst door zandstenen hoekblokken; gereconstrueerde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met spiegels in de zijtravee en balustraden in de middenpartij, op de bovenverdieping. Rechthoekige inrijpoort in zandstenen omlijsting, met ingediepte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met rozet en gestrekte waterlijst, in de rechtertravee; deur in de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Plastisch versierde geveltop van drie geledingen gemarkeerd door volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en breed gekorniste geprofileerde
pseudofrontons. Eerste geleding met omlopende platte banden en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. : getoogd vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in vlakke omlijsting met neuten, orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., omringd door ronde oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; cartouche met monogram J C van de toenmalige eigenaar J. Corna, toegevoegd bij vermelde restauratie, voorts schelpornamenten en doorhangende lamberkijnenDraperie in guirlandevorm, al dan niet met kwasten; vaak geschilderd of nagebootst in hout, metaal, ... ter versiering, en flankerende siervazen op doorgetrokken postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Tweede geleding onder driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. : spiegelboogvenster tussen sierankers. BlindeZonder opening; blind venster, schijnopening. topgeleding onder gestrekte waterlijst met bolornamenten. Flankerende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met ronde oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en bolornament, ingewerkt in een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt..

Sterk gehavend interieur : Lodewijk XVI- stucplafonds op de begane grond. Lodewijk XIV-vrouwenhoofd in stralenkrans als rozet bovenaan in de trapzaal
. Oorspronkelijk dakgebint. Kelder van vijf bij vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), overwelf door kruisgewelven met platte gordelbogen, opgevangen op kruispijlers met sokkel en dekplaat.

SAB/OW26010 (1921).
K.I.K., 104618 A, 104708 A, 29729 A, 29763 A, 79053 A, 79057 A.