Typologie(ën)

hotel

Ontwerper(s)

A. POOTarchitect1921

INCONNU - ONBEKEND1901

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33623
lees meer

Beschrijving

Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed rijhuis met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. lijstgevel, oorspronkelijk met drie bouwlagen, opgetrokken in 1901; verhoging met twee bouwlagen en gevelaanpassing voor incorporatie bij belendend hoekgebouw «Cécil Hotel» in 1921 naar ontwerp van architect A. Poot; recente renovatie tot hotel «Le Dôme» (zie Adolphe Maxlaan nr. 164).

 

Behouden decor en ordonnantie van 1901 op de tweede bouwlaag en in zijtravee van de derde : centrale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en hardstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gevleugeld hoofd en bewerkte zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., onder klassiek entablement en bekronend balusterbalkon ; sinds 1921 twee opgestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met aansluitend - vóór het bovenste rondbogige deurvenster - gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkon naar model van het hoekhotel. Rechthoekige zijvensters met zelfde ijzeren leuningen en omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. of druiplijst op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., en doorgetrokken lekdrempels. Tand- en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossen onder het pseudomansardedak met dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Aangepaste begane grond met behouden geboste hardstenen middenpilasters.


Bronnen

Archieven
SAB/OW12714 (1901), 31682 (1921).