Typologie(ën)

portiek/poort
woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

A. DE VLEESCHOUWERarchitect1918-1919

Albert RAESarchitect1953

INCONNU - ONBEKEND1690-1710

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neobarok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30781
lees meer

Beschrijving

Nr. 4. Diephuis met drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak.

Volgens geveltekening toestand voor 1918 met lijstgevel van vier bouwlagen, met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. muuropeningen in uiterste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op bovenste verdieping. Verbouwing tot huidig laat-barok geveltype met in- en uitgezwenkte top door architect A. De Vleeschouwer (zie opschrift sokkel), 1918. Verwerking van baksteen met Gobertangesteen en hardsteen. Typerende platte bandversiering met spiegelvorming, drieledige top met voluutaflijning en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Nr. 6. Combinatie van diep- en breedhuis onder L-vormig zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.; drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Gerestaureerde (ca. 1919?) 17
e eeuwse trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met geveltop opnieuw gerestaureerd in 1953 (architect Albert Raes). Verankerde bakstenen gevel met gelijkaardige ordonnantie en decoratie als nr. 4. Centraal rondboogvenster en rechthoekige zijvensters onder druiplijst in top. Benedenverdieping voorheen belijnd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; huidig uitzicht met hardstenen neo-Lodewijk XV-schouderboogdeur (architect A. De Vleeschouwer, 1919).

Benedenverdieping - doorlopend  over nr. 6 - met neobarokNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). rondboogpoortje onder uitgewerkt bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 4: 27284 (1918); 6: 27046 (1919), 61417 (1953)..

Websites
BALat KIK-IRPA
BALat KIK-IRPA (deur)