Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1600-1699

Juridisch statuut

Beschermd sinds 11 september 2003

Stijlen

Traditionele architectuur

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31116
lees meer

Beschrijving

Gootstraat 15. TraditioneelBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). diephuis (hoek Olivetenhof), met twee bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen), uit 17e eeuw.

Gecementeerde trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. (6 treden + topstuk), verankerd door middel van rechte muurankers. Aangepaste rechthoekige bovenvensters (19e eeuw). In geveltop drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met hoger rondbogig middenvenster met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en imposten, rechthoekige zijvensters, en erboven rechthoekige luik. Garagepoort (1953) ter vervanging van winkelraam en deur met Lodewijk XVI-entablement.

Olivetenhof 21. Gecementeerd breedhuis met oude, traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). 17e eeuwse kern, cf. gevelverankering en afgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel..

Twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (Vlaamse pannen). Aangepaste rechthoekige bovenvensters met lekdrempels (19e eeuws), voorheen klooster- en kruiskozijnen. Voorheen getraliede rechthoekige opening, middendeur met geprofileerde dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. en later winkelraam op de begane grond. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Bronnen

Archieven
SAB/OW Gootstraat 15: 69919 (1953).

Publicaties en studies
HENNE A., WAUTERS A., 1975, III, fig. 1044.