Typologie(ën)

gelijkvloers met handelszaak
opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Antoine MENNESSIERarchitect1876

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33431
lees meer

Beschrijving

Beeldbepalend eclectischVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. woon- en handelscomplex (hoek Voorlopig Bewindsstraat / Noordstraat), naar ontwerp van architect Antoine Mennessier, op plan 1876 gedateerd in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.

Respectievelijk drie, vijf, drie en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en vier bouwlagen met alternerende hoogte onder complexe bedaking. Baksteenbouw met decoratieve verwerking van natuur- en hardsteen, geleed door gevelhoge pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en gemarkeerd door kordonsUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., doorgetrokken lekdrempels, platte bandversiering en bekronend hekwerk. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede middenpartij van voorgevel met bijkomende bouwlaag onder afgeknot tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak. (leien) met ijzeren dakvorst; zijtuitgevels met zwaar topstuk, onder kort zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (nok loodrecht op straat). Rechthoekige en getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op bovenste verdieping van zijgevels als drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met pilasterindeling; afzonderlijke of verbonden gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons, gebuiktMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. op bel-etage van voorgevel. 

Bronnen

Archieven
SAB/OW 18199 (1876), 29584 (1923).