Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1872

Robert THERYarchitect1923

Juridisch statuut

Beschermd sinds 20 januari 2005

Stijlen

Neoclassicisme
Neo-Lodewijk XVI

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30755
lees meer

Beschrijving

Aanvankelijk twee diephuizen met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., respectievelijk met in- en uitzwenkende top en vereenvoudigde puntaflijning, samengevoegd en verbouw tot opbrengsthuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, 1872.

 Vier bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder behouden zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. (op voormalige nr. 25 gewolfd). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting. IJzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal., meer uitgewerkt in derde bouwlaag. Versierd hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., onder getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op uitgelengde bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Klassieke pui verbouwd door architect R. Théry tot huidige benedenverdieping met rechthoekige muuropeningen met afgeronde bovenhoeken en links ovaalvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in neo-Lodewijk XVI-stucomlijsting, 1923.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 752 (1872), 27282 (1923).