Typologie(ën)

fabriek
sociale woonblok

Ontwerper(s)

P.C. BOVEROULLE1872

INCONNU - ONBEKEND1887-1888

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31086
lees meer

Beschrijving

Complex n.o.v. architect P.C. Boveroulle van 1872. Oorspronkelijk fabriek van interieurornamenten zogenaamd Maison Pohlmann-Dalk & Fils; heringedeeld tot dertigtal arbeiderswoningen in 1887-1888. Omvat vleugels aan vier zijden van rechthoekige binnenplein; drie bouwlagen, aan straatzijde onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., rond binnenhof met bijkomende mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst..

Voorgevel in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl met elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), voorzien van vernieuwde cementen bekleding in plaats van stucbepleistering. Middenrisaliet met hoofdingang en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons, hoekrisalieten van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Horizontale gevelgeleding door hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., pui- en kordonlijstenUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen.
Achtergevels in bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. baksteenbouw; gevelritmering door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) koppelen, westgevel met hoger opgaand middenrisaliet met frontonbekroning. Voormalige smidse ten westen van tweede binnenplaats.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 11292 (1872, 1887-1888).