Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Henri RIECKarchitect1877

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33442
lees meer

Beschrijving

Geheel van vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. opbrengsthuizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag n.o.v. architect Henri Rieck, 1877.

Vijf bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en met respectievelijk drie, vijf, vijf en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels met hardstenen elementen, op de verdiepingen gemarkeerd door kordonsUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., verbonden lekdrempels en druiplijsten, doorlopende  balkons en afzonderlijke op de twee middelste bouwlagen. Aflijnende getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met leeuwenkopversiering. Verder rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., bij nr. 12-14 en 28-30 onder
entablement en bij nr. 16-22 met hanenkamsluitsteen. Oorspronkelijk geblokte pilasterindeling over benedenverdieping met pui en tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., verbouwd bij nr. 12-14, deels behouden bij nr. 16-18, vernieuwd bij nr. 22 en in 1902 vervangen door huidig exemplaar met afgeronde winkelbeglazing bij nr. 28-30.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 26327 (1877), 6351 (1877), 9961 (1902).

Websites
BALat KIK-IRPA