Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Franz DE VESTELarchitect1901-1908

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 15905
lees meer

Beschrijving

Mooi ensemble van drie burgerwoningen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, n.o.v. arch. Franz De Vestel, respectievelijk van 1908, 1902 en 1901. Gebouwd voor zelfde eigenaar als vier tegenoverliggende huizen (zie nr. 19, 21, 23 en 25), waarschijnlijk n.o.v. zelfde arch.

Talrijke analogieën tussen drie huizen: gevels in witte baksteen; sokkelsHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en stenen banden met rusticaIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; hekwerk van deuren met vegetaal motief; impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met deelzuiltjesZuiltje dat een vensteropening verdeelt ter ondersteuning van een latei of de onderverdelende bogen. of -pilasters met fijn gesculpteerd kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. balkons, die van tweede bouwlaag afgerond. SmeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., deuren en kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., oorspronkelijk.

Nr. 26. Vier bouwlagen volgens verkleinende grootte; hardstenen elementen. In hoogste bouwlaag zes gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., waarboven kenmerkende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Nr. 28 en 30. identiek volgens spiegelbeeldschema; verbonden door doorlopende  gemetseld decor. Gevels met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van roze zandsteen en hardsteen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond met puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. In tweede bouwlaag sgraffitiSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met jaartal “1902” en bloemguirlandes, vrouwengezichten, acanthusbladeren en groteskenVersiering, samengesteld uit grillige, fantastische figuren en krullen waarin dier- en mensengedaanten zijn verwerkt.. Nr. 30 in 1912 verhoogd met bouwlaag ter hoogte van begin van puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. In 1988 verbouwd tot appartementen en wijziging van circulatie. Op nr. 30 achteraan in tuin paviljoen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl van 1903 waarvan oorspronkelijke puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. verdwenen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 26: 4606 (1908); 28: 12669 (1901); 30: 12668 (1901, 1903, 1912); 28-30: 95029 (1988).