Typologie(ën)
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
Georges DOYEN – architect – 1928
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Neo-Lodewijk XV, neorococo
Onderzoek en redactie
2005-2006
id
Urban : 15900
Beschrijving
Opbrengsthuis in Beaux-Artstijl, n.o.v. en i.o.v. arch. Georges Doyen, 1928, resulterend uit verbouwing van ouder huis.
Vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in roze breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. met hardstenen elementen. Op benedenverdieping koetspoort en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder schouderboog. In tweede en derde bouwlaag gewelfde gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in vierde bouwlaag. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling en gebombeerdGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. glas, oorspronkelijk.
Vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in roze breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. met hardstenen elementen. Op benedenverdieping koetspoort en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder schouderboog. In tweede en derde bouwlaag gewelfde gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in vierde bouwlaag. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling en gebombeerdGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. glas, oorspronkelijk.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 50778 (1928).