Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Adrien BLOMME – architect – 1926
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Daarna werd A. Blomme vaste arch. van familie Wielemans: cinema Métropole, uitbreiding van hotel Métropole, taverne La Frégate en boetiek Cécil (1928-1932), brouwerijfabriek (1929), brouwerij “Express Midi-28 Perle Caulier” (1934), flessenfabriek (1939) en cafe Aux Armes des Brasseurs (1939).
Grote lijnen van ontwerp ontstonden tijdens bezoek dat echtpaar samen met arch. bracht aan Andalusië en haar paleizen. Zowel programma, indeling rond grote patio als algemeen decor van inrichting met keramische tegels en smeedwerk, zijn door deze reis geïnspireerd.
Huis Wielemans en zijn tuin zijn beschermd volgens KB van 22.09.1994. In 1997 verworven door maatschappij Generali die er een tentoonstellingsruimte van maakte. Op dat moment gerestaureerd door architectuurbureau ACEL.
Voorgevel. Vier bouwlagen waarvan hoogste als inspringende attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , op hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.; acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), maar zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in twee hoogste bouwlagen. Benedenverdieping in zandsteen van Larochette; behandeld als souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. met twee getoogde garagepoorten, toegangsdeur binnen kleine rondboogvormige portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. door omlijsting met hoekblokken verbonden met getralied impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. en verder getoogde en getraliede keldervensters. Op verdiepingen geschubde bepleistering met witstenen elementen. Overgang tussen beneden- en eerste verdieping of eigenlijke bel-etage, opgevangen door afschuiningSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. van borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In derde bouwlaag erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drie rondboogvensters op hoge kunstig bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; dergelijke consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. eveneens terug te vinden in kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Derde bouwlaag gekenmerkt door veelvuldige ankers. Vierde bouwlaag als soort mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst. met links terras en geritmeerd door consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van breed overstekende houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. inspringend en weinig zichtbaar vanaf straat; zes getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Interieur. Ingedeeld rond grote patio met keramische tegels, terracottategels en kunstig bewerkt ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. refereren aan Spaanse esthetica.
Complexe circulatie door meerdere trappen en niveauverschillen. Eretrap tussen twee hoofdverdiepingen. Diensttrap vanaf onderste verdieping tot helemaal boven. Kenmerkende vormentaal en decor: onder meer muuropeningen onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., terracottategels gelegd volgens bepaald patroon, keramische tegels (ongeveer 5000) uit Spanje, geplaatst door Brusselse firma Baudoux, verlichting geïntegreerd in metselwerk van plafonds en muren, eiken parket met elementen in exotisch hout. Elke verdieping heeft terras. Vloerverwarming en in enkele ruimten radiatoren.
Benedenverdieping half verzonken: dienstruimten en opslagruimten. Toegangsdeur leidt via treden naar hal die links uitgeeft op keuken en rechts op vestiaire. LambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in zwart marmer van Mazy met decor van azulejo's.
Eerste verdieping: ontvangstruimten rond grote, patiovormige hal, achteraan uitgevend op klein salon (cassettenplafond, parket in keperverband) en op tuin via drie muuropeningen met in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. glas-in-lood met geometrische motieven. Vooraan staat hal in verbinding met imposante eetkamer (lambrisering en parket met polygonale verdeling, ruitvormige verlichting met glas-in-lood) en werkkamer (geïntegreerde bibliotheek in geverniste eik). In tweede bouwlaag van patiovormige hal, galerie van kamers op hogere verdieping. Groot cassettenplafond waarin rechthoekige vorm van opening wordt herhaald. Vanuit hal vertrekt halve wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt.; kunstig bewerkte smeedijzeren leuning; twee muurnissen met indirecte verlichting; in plafond ingebouwde lamp geaccentueerd door cirkelvormige sierlijsten.
In derde bouwlaag patio aan straatkant uitgevend op grote salon (parket in dambordpatroon) en slaapkamer. Slaapkamer: muren bekleed met bladaluminium; randen van plafond met brede sierlijsten; oorspronkelijke drieledige spiegel. Kamer uitgevend op badkamer; muren rijkelijk betegeld met azulejo's; bad ingebouwd in nis; bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met glas-in-lood; dubbele lavabo in zwart marmer; drieledige kast. Badkamer uitgevend op dressing. Vierde bouwlaag alleen bereikbaar via diensttrap; drie kinderkamers aan voorkant en grote speelkamer achteraan; badkamer. In hoogste bouwlaag dienstbodekamers en zolderRuimte onder het dak..
Achtergevel. Volledig bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Drie onderscheiden volumes, telkens gekenmerkt door drieledig ritme van muuropeningen.
Links voorgebouw waarin salon, bekroond met terras deels onder pergola rustend op steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. In centraal volume drie bouwlagen met rondboogvormige muuropeningen, die van derde bouwlaag in erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op getrapt lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.. Rechts rechthoekige voorbouw met torentje op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., bekroond met terras; en achter dit volume, lagergelegen binnenplaatsje uitgevend op garage.
Tuin. Omsloten architecturaal ontwerp. Verdeeld in twee in elkaar grijpende rechthoeken, waarvan eerste hoger gelegen, en andere aangelegd rond fontein. Grasperken omgeven door grindpaden. Altijdgroene heesters: buks, hulst, taxus, laurierkers, kardinaalsmuts. Bloeiende heesters: camelia, hibiscus van Syracuse en forsythia. Bomen: sycomoor en ginkgo biloba.
Beschermd vlg. KB van 22.09.1994.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 33709 (1926).
AAM/ Fonds Adrien Blomme.
Archief van de Directie Monumenten en Landschappen
Publicaties en studies
CULOT, M., VAN LOO, A. (dir.), Musée des Archives d'Architecture Moderne, AAM éd., Bruxelles, 1986, p. 93.
BLOMME, F., À la rencontre d'Adrien Blomme (1878-1940), CIVA éd., Bruxelles, 2004, pp. 78-81.
Région de Bruxelles Capitale : Monuments et Sites protégés, Région de Bruxelles-Capitale, Mardaga, Sprimont, 1999, p. 155.
Tijdschriften
EGGERICKS, L., « Hôtel Wielemans », De Facto, 25, 2001, pp. 37-42.
« Une réalisation heureuse de juxtaposition de matériaux divers », La revue documentaire, 2, 1931, pp. 30-34.
« Du carreau céramique et de son placement. Immeuble rue Defacqz », La revue documentaire, 5, 1933, p. 73.