Typologie(ën)
feestzaal
villa
bijgebouwen
villa
bijgebouwen
Ontwerper(s)
Albert HUVENNE – architect – 1927-1929
Auguste TOISOUL – architect – 1903-1913
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Regionalisme
Neo-Vlaamse renaissance
Eclectisme met pittoresk karakter
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
2006-2007
id
Urban : 15835
Beschrijving
Achter hoge tuinmuur, groot landgoed met verschillende gebouwen in verschillende stijlen; traditionalistisch, cottage en neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz., ontworpen in twee fasen. Volgens archiefplannen liet baron de Crawhez tussen 1903 en 1913 verschillende gebouwen bouwen, allen n.o.v. arch. Auguste Toisoul, namelijk chalet, duiventil, conciërgewoning, kennel, koetshuis, garage, kippenhok en feestzaal. Het betrof ongetwijfeld een recreatief etablissement voor wandelaars in Terkamerenbos. In 1927-1929 liet nieuwe eigenaar ensemble volledig verbouwen door arch. Albert Huvenne. Meerdere gebouwen, o.m. chalet, gesloopt en nieuwe bijgebouwen gebouwd; feestzaal verbouwd tot woning.
Meeste gebouwen links van ingang, in onregelmatige U-vorm rond binnenplein. Meeste dateren van eerste bouwfase en werden tijdens een tweede bouwfase gedeeltelijk verbouwd. Rechts van ingang aan straatzijde, gebouw in neo-Vlaamse renaissancestijl met trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt., 1903; tevens één van laatste goed bewaarde overblijfselen van eerste bouwfase. Bakstenen gevel met witstenen elementen; oorspronkelijk gebouwd als garage. Links van ingang klein gebouw van 1929; één bouwlaag onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; garage en conciërge op verdieping; gevels met vakwerk.
Meeste gebouwen links van ingang, in onregelmatige U-vorm rond binnenplein. Meeste dateren van eerste bouwfase en werden tijdens een tweede bouwfase gedeeltelijk verbouwd. Rechts van ingang aan straatzijde, gebouw in neo-Vlaamse renaissancestijl met trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt., 1903; tevens één van laatste goed bewaarde overblijfselen van eerste bouwfase. Bakstenen gevel met witstenen elementen; oorspronkelijk gebouwd als garage. Links van ingang klein gebouw van 1929; één bouwlaag onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; garage en conciërge op verdieping; gevels met vakwerk.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 9262 (1903-1907), 2002 (1908), 9261 (1907-1913), 2125 (1911-1912), 34024 (1927), 35674 (1929).