Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Chrétien GOEVAERTarchitect1870

Juridisch statuut

Beschermd sinds 04 april 1996

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2019

id

Urban : 38161
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in een eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met Italiaanse renaissance-invloeden n.o.v. Chrétien Goevaert, 1870, i.o.v. baron de Vriendt de Truenfeld.

Symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. In 1954 werd de oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel ontpleisterd en vervangen door Franse witsteen (pierre blanche de Lens). Gelijktijdig werden de poort en de ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de balkons vervangen door de huidige. SokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., deur- en raamprofielen en lijsten in hardsteen. Laterale rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. toegangspoort in rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Verhoogde benedenverdieping omwille van de vensteropeningen van de verzonken kelderverdieping. Rechthoekige vensteropeningen in profiellijst met negblokken, op eerste verdieping met zware sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. onder rondboogfronton en op tweede verdieping onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Horizontaal accent door cordonlijsten en hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarin stijgergaten. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping voorzien van luiken. Op eerste verdieping vensterdeuren, lateraal met Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. en aan de twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met doorlopend  balkon op vier voluutconsoles. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op tweede verdieping met vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal..

De koetsdoorgang kwam oorspronkelijk uit op de tuin met achteraan een koetshuis met stallingen. Dit werd in 1954-’55 afgebroken voor een aanbouw. Hierdoor verdween de verlaagde koer achteraan en werd in de koetsdoorgang een helling aangebracht naar de ondergrondse parking in de aanbouw.

Interieur.
Oorspronkelijke indeling en volumes grotendeels bewaard. Via de passage à sec toegang tot de centraal gelegen inkomhal met een statige eretrap met witmarmeren treden en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… leuning en waarlangs een kleine en grote kamer gelegen zijn aan straatzijde en een andere grote lateraal naar de tuinzijde. Eretrap op bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. voorzien van lichtopeningen waarachter uitbouw, oorspronkelijk voor circulatie dienstpersoneel, heden gewijzigd met o.a. noodtrap. Op eerste en tweede verdieping twee grote kamers aan de straatzijden en één grote lateraal naar de tuinzijde. Ook kelderindeling grotendeels behouden met voormalige gewelfde dienstkeuken lateraal naar de achterzijde. Bewaarde diensttrap van koetsdoorgang naar kelder.

SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vernieuwd. Decoratief stucwerkModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer. deels bewaard in hal en voornamelijk in kamers eerste verdieping, op plafonds en muren.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 14087 (1870), 61927 (1953), 62137 (1953), 62187 (1954), 81678 (1968)