Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

François VERMEYLENaannemer1897-1898

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 18100
lees meer

Beschrijving

Geheel van elf analoge neoclassicistische huizen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van twee bouwlagen. Zes ervan ontworpen in 1897, door en voor aannemer François Vermeylen. De andere ontworpen in 1898, waarschijnlijk door dezelfde aannemer voor een familielid.

Alle huizen hebben hetzelfde balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en afgeronde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels, met uitzondering van die van nr. 63 en 69. Deze zijn in baksteen, op nr. 69 thans beschilderd, en hebben getoogde muuropeningen en een architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. met bakstenen zaagtandfries. In de andere huizen rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., behalve op 77 en 81 die getoogd zijn. Op nr. 65 en 67, 73 tot 77 bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Op nr. 71 tot 75 werd dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. toegevoegd en nr. 61 kreeg een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Op nr. 81 deur en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 8824 (1897); 8825 (1898).