Typologie(ën)
Ontwerper(s)
BLATON, DECLERCQ ET LAPIERRE – aannemer – 1900-1905
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Historisch
- Landschappelijk
- Technisch
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Net als het Vergotedok werd het Becodok aangelegd in het kader van de verplaatsing westwaarts van het Kanaal van Willebroek in de jaren 1900, om het in rechte lijn te verbinden met het Kanaal Charleroi-Brussel. De werken werden uitgevoerd door aannemer Blaton, Declercq & Lapierre en gingen in 1900 van start. Het Becodok was in 1905 voltooid en kreeg aanvankelijk de naam Verbindingsdok bij besluit van het College van de Stad Brussel van 15.01.1909, verwijzend naar zijn rol als verbinding tussen de twee kanalen. Bij besluit van 18.04.1929 kreeg het dok zijn definitieve naam, ter ere van Henri Marie Emile de Beco (1843-1928), gouverneur van Brabant van 1906 tot 1928 en vanaf 1909 voorzitter van de Naamloze Vennootschap Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel.
Het 728 meter lange dok was 3,60 meter diep, waardoor het niet toegankelijk was voor zeeschepen. Het was echter wel diep genoeg voor het passagiersvervoer naar Antwerpen en Gent en voor de binnenschepen en andere schepen die goederen vervoerden, hoofdzakelijk bouwmaterialen; die goederen werden gelost op de kaaien, vanwaar spoorlijnen naar het station Thurn en Taxis liepen. Vanaf 2000 werden de kaaien heraangelegd om tegemoet te komen aan hun nieuwe toeristische, recreatieve en huisvestingsfunctie.
Bronnen
Archieven
SAB/AR straten, doos 16–19, cote 16, nr.18 (15.01.1909); doos 20–24, cote 22, nr.6 (18.04.1929).
Publicaties en studies
Bruxelles Port de Mer, Société Anonyme du Canal et des Installations Maritimes de Bruxelles, Editions illustrées du “Soir”, 1922, pp. 48, 56.
DEMEY, T., Un canal dans Bruxelles, Badeaux, Brussel, 2008, pp. 88, 100, 134-138.
HUBERTY, C., VALENTE SOARES, P., De Brusselse kanalen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 1998, p. 33, 40 (Brussel Stad van Kunst en Geschiedenis, 25).
Tijdschriften
“Bruxelles: un canal, des usines et des hommes”, Les Cahiers de la Fonderie, 1, 1986, p. 32.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid