Typologie(ën)

dok

Ontwerper(s)

BLATON, DECLERCQ ET LAPIERREaannemer1900-1905

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Technisch

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 38574
lees meer

Beschrijving

Het Becodok wordt aan de oostkant afgeboord door de Akenkaai en aan de westkant door de Materialenkaai; het vormt het zuidelijke uiteinde van het zeekanaal dat Brussel met de Schelde verbindt. In het noorden is het aangesloten op het Vergotedok, onder de Redersbrug, en in het zuiden op het Kanaal Charleroi-Brussel, onder de Sainctelettebrug.

Net als het Vergotedok werd het Becodok aangelegd in het kader van de verplaatsing westwaarts van het Kanaal van Willebroek in de jaren 1900, om het in rechte lijn te verbinden met het Kanaal Charleroi-Brussel. De werken werden uitgevoerd door aannemer Blaton, Declercq & Lapierre en gingen in 1900 van start. Het Becodok was in 1905 voltooid en kreeg aanvankelijk de naam Verbindingsdok bij besluit van het College van de Stad Brussel van 15.01.1909, verwijzend naar zijn rol als verbinding tussen de twee kanalen. Bij besluit van 18.04.1929 kreeg het dok zijn definitieve naam, ter ere van Henri Marie Emile de Beco (1843-1928), gouverneur van Brabant van 1906 tot 1928 en vanaf 1909 voorzitter van de Naamloze Vennootschap Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel.

Het 728 meter lange dok was 3,60 meter diep, waardoor het niet toegankelijk was voor zeeschepen. Het was echter wel diep genoeg voor het passagiersvervoer naar Antwerpen en Gent en voor de binnenschepen en andere schepen die goederen vervoerden, hoofdzakelijk bouwmaterialen; die goederen werden gelost op de kaaien, vanwaar spoorlijnen naar het station Thurn en Taxis liepen. Vanaf 2000 werden de kaaien heraangelegd om tegemoet te komen aan hun nieuwe toeristische, recreatieve en huisvestingsfunctie.

Bronnen

Archieven
SAB/AR straten, doos 16–19, cote 16, nr.18 (15.01.1909); doos 20–24, cote 22, nr.6 (18.04.1929).

Publicaties en studies
Bruxelles Port de Mer, Société Anonyme du Canal et des Installations Maritimes de Bruxelles, Editions illustrées du “Soir”, 1922, pp. 48, 56.
DEMEY, T., Un canal dans Bruxelles, Badeaux, Brussel, 2008, pp. 88, 100, 134-138.
HUBERTY, C., VALENTE SOARES, P., De Brusselse kanalenBrussels Hoofdstedelijk Gewest, 1998, p. 33, 40 (Brussel Stad van Kunst en Geschiedenis, 25).

Tijdschriften
“Bruxelles: un canal, des usines et des hommes”, Les Cahiers de la Fonderie, 1, 1986, p. 32.