Typologie(ën)

politiecommissariaat

Ontwerper(s)

Gustave HANSOTTEarchitect1881

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37820
lees meer

Beschrijving

Voormalige rijkswachtkazerne, thans politiekantoor. Gebouw in eclectische stijl, in 1881 ontworpen door provinciearchitect Gustave Hansotte en in 1889 zijwaarts uitgebreid door provinciearchitect Dumortier. Jaartal “ANNO / 1881” op de top van de gevel.

In 1881 werd een kazerne met twee volumes gebouwd op een breed perceel gelegen tussen de recente verlenging van de Stefaniastraat en de spoorweg. Het hoofdvolume, aan straatzijde en tussen afsluitingsmuren, had vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Achter een binnenplaats bevond zich het tweede volume, met de stallen, evenwijdig aan het eerste maar breder, met twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. In 1889 werd het volume vooraan voorzien van twee aanbouwen van één bouwlaag in dezelfde stijl. Wellicht in de jaren 1980 werd het volume achteraan vervangen door een nieuw gebouw, met kantoren.

Bakstenen gevel met hardstenen elementen. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Centrale travee in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., opengewerkt met de inrijpoort. De laatste bouwlaag, op een boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen., springt sterker uit en wordt bekroond door een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met kantelen en met borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. waarop het jaartal staat, samen met het opschrift “GENDARMERIE”. Hoofdgestel versierd met rechthoekige spiegels geflankeerd door steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Kroonlijst en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.
Aan de zijkanten, aanbouwen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., oorspronkelijk met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die aan de linkerzijde zijn vervangen door een brede inrijpoort.
Vensters op de benedenverdieping oorspronkelijk getralied.
Zij- en achtergevels thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen..

Binnen, op de benedenverdieping, koetsdoorgang waardoor haaks een centrale gang loopt. Trappenhuis achteraan rechts. Aanbouwen oorspronkelijk gebruikt als woning, het gebouw rechts voorbehouden voor de Wachtmeester.

Achtergebouw van drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevel in baksteen en beton; zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met elk een voorstevenvormige uitsprong op de verdiepingen.


Bronnen

Archieven
SAB/OW Laken 3367 (1881), Laken 4172 (1889).