Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

ROBBERECHTS1926

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36080
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in art-decostijl met barokke en EgyptiserendeHistoriserende stijl die teruggrijpt naar de vormentaal van het oude Egypte met o.m. bundelzuilen met papyrus- en palmenkapitelen, de holgebogen kroonlijst alsook de voor deze antieke cultuur typerende versieringen. In Brussel werd de neo-Egyptische stijl aangewend in een aantal vrijmetselaarstempels. accenten en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Robberechts, 1926.

Gevel in witsteen en gevlamde bakstenen met hardstenen elementen. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., voorbouw van twee bouwlagen, trapezoïdaal in de eerste, boogvormig in de tweede, bekroond door een gewelfde geveltop met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Op de benedenverdieping, terugwijkende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. zuilvormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. en lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. met gebeeldhouwde uil op sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en bladversiering als achtergrond; friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van uilen boven de deur. Op de verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder topstuk in de vorm van een vruchtenschaal. Vensters onder getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt., bekroond door een spiegel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met bloemenmotief. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste verdieping met gewelfde vensterbank met een metalen lat met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de voorbouw met vier monelenStenen vensterstijl., bekroond door een terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met zware postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., een gewelfde handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen. en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk. Geveltop, thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., voorzien van een ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Opengewerkte smeedijzeren deur. Bewaard raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de benedenverdieping, met metalen roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en glas-in-loodramen in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.; het overige raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen, met hergebruik van de glas-in-loodramen.
Smeedijzeren traliewerk van het voortuintje bewaard.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 52424 (1926).