Typologie(ën)

sociale woonblok

Ontwerper(s)

Joseph DIONGREarchitect1920

Adolphe PUISSANTarchitect1920

ROBBERECHTS1920

SELLY architect1920

Stijlen

Art deco
Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Erfgoedinventaris van de sociale woningbouw (La Fonderie - 2005)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Wetenschappelijk
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36217
lees meer

Beschrijving

Geheel van acht sociale woongebouwen ontworpen in 1920 voor de Lakense Haard door de architecten Joseph Diongre (nr. 13 tot 19), Adolphe Puissant (nr. 21 en 23) en Robberechts & Selly (nr. 25 en 27).

Drie groepen van verschillend uitgewerkte gebouwen van drie bouwlagen onder zadeldak. Alle gevels in oranjekleurige baksteen en hardsteen. Traliewerk van de tuintjes ontworpen in 1922 door dezelfde architecten (thans verwijderd). Het geheel werd na 2004 gerenoveerd, met uitbreidingen aan de achtergevels. Raamwerk vervangen. Bewaarde deuren met getraliede ramen.

Op nr. 13 tot 19, vier gebouwen van architect Joseph Diongre, identiek volgens spiegelbeeldschema en per twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. Ze delen eenzelfde gevel waarvan het onderste gedeelte met bakstenen is bekleed en het bovenste beraapt, het geheel met witstenen elementen (beschilderd) en met hardsteen. Lateien van uitgewassen kiezelbeton (beschilderd). Opstanden met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen. Gekoppelde deuren onder een hellende luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. die aan de zijkanten rust op een kleine kraagsteen op een bewerkte stenen druiper en, in het midden, op een scheidingsmuurtje met een vrije muuropening. Rondboogvenster op de benedenverdieping, met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. die de consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. vormt van het voorstevenvormige balkon op de eerste verdieping, met opengewerkte bakstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Borstwering van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in de laatste bouwlaag op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. versierd met een decor van uitspringende bakstenen. Houten kroonlijst.
Trappenhuizen vooraan. Duplexappartement in de eerste twee bouwlagen, appartement in de laatste.

Op nr. 21 en 23, twee identieke gebouwen van architect Adolphe Puissant. Beraapte gevels versierd met bakstenen en met hardstenen elementen. Symmetrische opstanden van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale met de toegang en met verspringende bouwlagen. Rechthoekige voorbouw in de eerste bouwlaag en veelhoekige voorbouw onder geleed dak in de tweede. Deur gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan een klein getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., onder een platte houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op kraagstenen. Zijtraveeën in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in de eerste twee bouwlagen, met Frans balkon met smeedijzeren traliewerk in de laatste. Sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., in de laatste bouwlaag tot tegen de kroonlijst. Fries op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met bakstenen zaagtandfriezen. Houten kroonlijsten.
Trappenhuizen vooraan. Eén appartement in de eerste en tweede bouwlaag, drie kamers in de derde.

Op nr. 25 tot 27, twee gebouwen van de architecten Robberechts & Selly, met eenzelfde bakstenen gevel met beschilderde witstenen en hardstenen elementen. Symmetrische opstand van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Centrale gekoppelde rondboogdeuren met massieve sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en hoekblokomlijsting, met aan weerszijden drie smalle gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Verdiepingen gevat in een uitspringende, door een bakstenen friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). belijnde omlijsting gevormd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreken en in het midden gekoppeld zijn. Borstweringspanelen versierd met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. op de tweede verdieping. Houten kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Deuren met gewelfde dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op..
Eén appartement met twee kamers per bouwlaag.

Bronnen

Archieven
Archief van de Lakense Haard.

SAB/OW Laken PV Reg. 176 (10.12.1920), Laken 5341 (1920), 49402 (1922).

Publicaties en studies
CEL HISTORISCH ERFGOED VAN DE STAD BRUSSEL, Brusselse wandelingen.
 3. Arbeiderswoningen en sociale huisvesting in Laken, 1998, p. 16.
MOUTURY, S., CORDEIRO, P., HEYMANS, V., Le logement ouvrier et social à Laeken. Etude historique et architecturale débouchant sur des propositions de mesures de protection, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1997, pp. 82-83.