Ontwerper(s)

Mathieu DESMARÉbeeldhouwer1925-1926

François MALFAITarchitect1925-1926

Ernest SALUbeeldhouwer1925-1926

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 36057
lees meer

Beschrijving

Monument ontworpen in 1925-1926 door beeldhouwer Mathieu Desmaré en architect François Malfait en uitgevoerd door beeldhouwer Ernest Salu II en gieter Verbeyst. Het hardstenen monument werd op 17.07.1927 ingehuldigd op de noordwestelijke zijde van het voorplein, tussen het kerkhof van Laken en de Onze-Lieve-Vrouwkerk. Het staat op een kleine heuvel die via een trap toegankelijk is. Het monument bestaat uit een onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met trappenpartij, onder een hoge rechthoekige sokkel waarin in de schuine zijde pleuranten in haut-reliëf zijn ingewerkt, omringd door een bloemperk. Vooraan en achteraan, evocaties van grafpoorten, de achterste geflankeerd door twee Franse soldaten en bekleed met een bronzen plaat die een treurende Marianne voorstelt. Op de top, vier soldaten in haut-reliëf die een met bloemen bedekte lijkkist met het monogram “RF” torsen. Later werd vóór het monument een bronzen reservoir aangelegd, met hetzelfde monogram en met naar de herinneringsvlam gerichte degens.

Het oorspronkelijke ontwerp voorzag in een boogvormige muur achter het monument, links verlengd door een nieuwe muur voor het kerkhof; deze omheiningen werden niet uitgevoerd.

Bronnen

Archieven
ASB/NPP E9 (1925).

Publicaties en studies
DEROM, P. (red.), Les sculptures de Bruxelles, Galerie Patrick Derom, Brussel, Uitgeverij Pandora, Antwerpen, 2000, pp. 193-194.
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Galerie Patrick Derom, Brussel, 2002, p. 102.
CELIS, M., VANDENBREEDEN, J., VAN SANTVOORT, L., Omtrent het Onze-Lieve-Vrouwvoorplein in Laken (reeks Monumenten ‘Be’Leven), Gemeentekrediet – Koning Boudewijnstichting, Brussel, 1994, p. 62.