Typologie(ën)

appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Geo MAILLÉarchitect1934-1935

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 36053
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee appartementsgebouwen in art-decostijl en met commerciële benedenverdieping, ontworpen in respectievelijk 1934 en 1935 door architect Géo. Maillé. Gesigneerd op de benedenverdieping van nr. 11: “GEO. MAILLÉ / ARCH. JETTE.”.

Gebouwen van vier bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Benedenverdiepingen oorspronkelijk bekleed met gele keramiek, recent bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Verdiepingen in baksteen, thans roze geschilderd, met beklemtoonde horizontale voegen, en bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Decor van muurvakken en uitspringende omlijstingen. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met panelen van opstaande bakstenen en bas-reliëfs met plantenmotieven. Oorspronkelijke, breed uitkragende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die de uitsprongen van de gevel volgen. Oorspronkelijk schrijnwerk; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdiepingen met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met geel glas en loodstrips rond een glas-in-loodraam dat een insect voorstelt.
Binnen staan de twee gebouwen met elkaar in verbinding op de benedenverdieping.

Op Leopold-I straat nr. 1, deur met stijlen die nog met gele keramiek zijn bekleed. Centrale muuropening ter vervanging van de inrijpoort van een koetshuis. Twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, de rechter behandeld als trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., waarvan de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. doorlopen in de stenen borstwering met afgeschuind vlak voor een balkon op de linkertravee. Oorspronkelijke deur met getraliede ramen.

Op Onze-Lieve-Vrouwvoorplein nr. 11, twee symmetrische gevels van elk drie traveeën, verbonden door een rechte hoekvormende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op elke gevel, zijtraveeën behandeld als veelhoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Centrale travee aan de Leopoldstraat opengewerkt met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met een lager centraal venster. Privé-ingang uiterst rechts: deur met traliewerk met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en bovenlicht met geometrisch glas-in-loodraam. Op de benedenverdieping bevond zich oorspronkelijk een banketbakkerij, met ingang op de hoek. Deur met fijn bewerkte metalen stootstang, bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van de etalages versierd met glas-in-loodramen met geometrisch en floraal decor.
Binnendecoratie deels bewaard: houten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, houten toegangssas, spiegel met houten omlijsting met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., verbruikssalon met estrade afgeboord door een fijn bewerkt hek.

Bronnen

Archieven
SAB/OW Onze-Lieve-Vrouwvoorplein 11: 43516 (1934); Leopold I-straat 1: 44696 (1935).