Typologie(ën)

bijgebouwen

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1800-1810

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37732
lees meer

Beschrijving

Ingewerkt in de omheiningsmuur van het Koninklijk Domein, twee identieke neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. gebouwen van vóór 1810, het ene wellicht gebruikt als koetshuis en stal, het andere als conciërgewoning, gelegen rond de oude ingang van een thans verdwenen privédomein.

Al vóór 1866 waren de gebouwen eigendom van de Civiele Lijst.

Twee rechthoekige gebouwen van twee bouwlagen, onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels, aan de straatkant oorspronkelijk wellicht volledig blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. Zijgevels van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de tegenover elkaar liggende gevels met arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. in elke bouwlaag, getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. in de eerste, halfcirkelvormig in de tweede, en opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met rechthoekige muuropeningen. Achtergevels van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Tussen de twee gebouwen, herbouwde bakstenen muur met twee pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), rond een hek, bekroond door gerecupereerde steen.

Bronnen

Kaarten / plannen
DE WAUTIER, G., Carte de Bruxelles et ses environs, ca. 1810.
POPP, P. C., Atlas cadastral de Belgique, plan parcellaire de la commune de Laeken avec les mutations, 1866.