Typologie(ën)

stadion

Ontwerper(s)

W.J & MC VAN CAMPENHOUTarchitectenbureau1994-1998

Bob VAN REETHarchitect1994-1998

Joseph VAN NECKarchitect1929-1930

ENGEMAaannemer1929

Léandre GRANDMOULINbeeldhouwer1929

Paul DUBOISbeeldhouwer

Stijlen

Postmodernisme
Modernisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Inventaris van engineering erfgoed (2011)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
  • Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Wetenschappelijk
  • Sociaal
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38325
lees meer

Beschrijving

Sportstadion dat in 1929-1930 werd ontworpen door architect Joseph Van Neck in modernistische stijl met invloed van het classicisme, en tussen 1994 en 1998 werd heropgebouwd door architect Bob Van Reeth en studiebureau W.J. & M.C. Van Campenhout.

Geschiedenis
Het Jubelstadion werd ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Belgische Onafhankelijkheid ontworpen door architect Joseph Van Neck, die ook hoofdarchitect van de Wereldtentoonstelling van Brussel van 1935 was. Het ging om het eerste bouwwerk dat met het oog op deze tentoonstelling op de Heizelvlakte werd uitgevoerd. De plannen voor het stadion werden in 1926 voor rekening van de Stad aangevat door de Maatschappij voor de Tentoonstelling Brussel 1935. In 1929 tekenden de twee partijen een overeenkomst waarbij de Maatschappij zich belastte met de materiële organisatie van het project en het beheer van het stadion tot in 1936.

Op 04.10.1929 legde burgemeester Adolphe Max de eerste steen van het complex. De werken werden in amper enkele maanden tijd uitgevoerd door de firma Engema. Het ovale stadion was toen het grootste van België. Het complex werd in gebruik genomen op 23.08.1930, ter gelegenheid van het wereldkampioenschap wielrennen, voordat het op 14.09.1930 officieel werd ingehuldigd door een vriendschappelijke voetbalmatch tussen België en Nederland. Er vonden talrijke feesten plaats om de honderdste verjaardag van de Onafhankelijkheid te vieren, waaronder “Romeinse Spelen”. Architect Albert Herent ontwierp al van bij de aanvang een demonteerbare houten wielerpiste, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd verwijderd. Na de oorlog werd het complex tot Heizelstadion omgedoopt.

In 1974 werd het verlichtingssysteem vernieuwd en werden vier door NV Philips ontworpen verlichtingspalen geplaatst. In 1978-1979 werd een tweede overdekte tribune gebouwd, tegenover de toegangstribune (studiebureau Verdeyen & Moenaert). Op 29.05.1985, tijdens de finale van het Europees kampioenschap voetbal tussen Liverpool en Juventus, vond het “Heizeldrama” plaats, dat aan 39 mensen het leven kostte. Na deze tragedie, en om Euro 2000 te kunnen organiseren, werd het complex tussen 1994 en 1998 volgens strengere veiligheidsnormen heropgebouwd naar de plannen van architect Bob Van Reeth, van het bureau Van Campenhout voor de binneninrichting, en van studiebureau Greisch voor de stabiliteit. In 1993 kreeg het stadion zijn nieuwe naam als eerbetoon aan de koning, die dat jaar was overleden. In 29.05.2005 werd voor de linkerhoek van de hoofdgevel van het stadion het werk Zet stil die klokken geplaatst dat P. Rimoux als eerbetoon aan de slachtoffers van het Heizeldrama had ontworpen.

Beschrijving

Jubelstadion
Het complex, ook het Sportstadion van de Stad Brussel genoemd, ligt op een heuvelachtig terrein, met tegen de helling en aan drie zijden gradines voor 75.000 toeschouwers.
In het zuidwesten bevond zich een tribune met 6.000 zitplaatsen onder een metalen luifel. Deze boogvormige tribune volgde de kromming van het terrein en had aan de kant van de laan een lange bolronde gevel in witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. In het midden daarvan bevond zich een lage uitbouw in witsteen van vijf traveeën die een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. vormden, afgebakend door een omlijsting en geritmeerd door gedrongen kolommen zonder voet of kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. die vijf monumentale deuren flankeerden. De centrale deur werd bekroond door een beeldengroep van Albert de Raed die de heilige Michiel, patroonheilige van Brussel, voorstelt, onder een koningskroon en geflankeerd door sportattributen.
Naast de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. bevinden zich twee hogere, inspringende vierkante volumes. In hun bovendeel, met holronde hoeken, zijn ze elk versierd met twee reliëfs, een aan de laan en een aan de zijkant. De reliëfs links, van de hand van beeldhouwer Paul Dubois, tonen het hardlopen (in vooraanzicht) en het hoogspringen (zijdelings). Die rechts, van de hand van beeldhouwer Léandre Grandmoulin, stellen het voetbal voor (in vooraanzicht) en het kogelstoten (zijdelings).
De beglaasde deuren waren gemaakt van smeedijzer versierd met geometrische art-decomotieven, die aan de zijkant met vier vleugels onder een hoog bovenlicht, de centrale twee vleugels geflankeerd door zuiltjes bekroond door een voetbalmotief.

Koning Boudewijnstadion
Van het oorspronkelijke stadion heeft het nieuwe stadion enkel de gevel van de hierboven beschreven uitbouw behouden. Die gevel is ingewerkt in een nieuwe, rechthoekige tribune gescandeerd door vier vierkante torens aan de kant van de laan. Van de laterale reliëfs is nog nauwelijks iets te zien. Het stadion heeft een bijna volledig geprefabriceerde betonstructuur. De hoofdtribunes en de drie overige tribunes, die een ovale doorsnede hebben, zijn goed voor 50.000 overdekte zitplaatsen. De gevels aan de laan zijn met gelijmd metselwerk bekleed. De hoofdtribune is overdekt door een doorschijnend dak met een overstek van 26,5 meter, het dak van de drie overige tribunes heeft een overstek van meer dan 40 meter. Zoals ook oorspronkelijk het geval was, loopt rond het voetbalterrein een atletiekpiste.

Bronnen

Archieven
AAM/Fonds Joseph Van Neck.

SAB/OW 57099-57101 (1928-1933), 63093 (1952), 72800 (1950), 83359 (1973), 87036 (1977-1978), 89238 (1982), 105849 (1994), 106289 (1995).

Publicaties en studies
COOMANS, T., De Heizel en de Wereldtentoonstellingen van 1935 en 1958, coll.
 Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 5, 1994, pp. 6-7.
CULOT, M., Bruxelles 100 ans d'architecture 1910-2010, AAM Editions, pp. 154-157.
Entreprises Générales et Matériaux ENGEMA 1922-1937, ENGEMA, 1937.
Le livre d’or de l’Exposition universelle et internationale Bruxelles 1935 [Gulden Boek van de Wereldtentoonstelling Brussel 1935], Uitvoerend Comité van de Tentoonstelling, Brussel, p. 24-25, 37-39, 48.

Tijdschriften
CANDAU, L., “Het Koning Boudewijnstadion herbekeken”, LACA Tijdingen, 1, september 2004, pp.
 20-26.
DILLEN, J., “Beeldhouwwerk en versierkunst in Laken (vervolg)”, LACA Tijdingen, jaargang 3, 2, december 1991, pp. 12-13.
DILLEN, J., “Beelden aan de voorgevel van het Heizel Stadion”, LACA Tijdingen, jaargang 6, 1, september 1994, pp. 17-18.
“Le Stade Roi Baudouin au Heysel”, Bâtiment, 248, september 1995, pp. 35-42.
VANDEN BUSSCHE, G., Van Eeuwfeeststadion (Heizelstadion) naar het Koning Boudewijnstadion”, LACA Tijdingen, jaargang 9, 2, december 1997, pp. 19-27.

Websites
www.greisch.com