Typologie(ën)

driegevelvilla
Tweewoonst

Ontwerper(s)

Clément VERHASarchitect1924

Stijlen

Regionalisme

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35946
lees meer

Beschrijving

Halfvrijstaande tweegezinsvilla in cottagestijl, n.o.v. architect Clément Verhas, 1924.

Gebouw van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met bekronend terras en ingesnoerde dakgoot op boogvormige houten korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Gevel in baksteen en pleisterkalk met hardstenen elementen. Voorgevel met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Links, trapezoïdale voorbouw onder een dak met drie boogvormige uitspringende vlakken. Rechts, hoofdingang bekroond door een rechthoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., op metalen platform en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., voorzien van twee smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en bedekt door de uitkraging van het dak. Twee klimmende houten dakkappelen in het onderschild, dakkapellen in het bovenschild na 1956 verwijderd. Centraal op de zijgevel, voorbouw van twee bouwlagen onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., met een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centrale deur en drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping. Puntgevel versierd met cementen vakwerkdecor (motief verschillend van dat van het oorspronkelijk plan), met overstekend dak op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Rechts, blindZonder opening; blind venster, schijnopening. muurvak met schoorsteenkoker die het dak doorbreekt. Links, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) achter een bijgebouw uit 1956 (n.o.v. architect F. J’Espère). Schrijnwerk gedeeltelijk vervangen.
Smeedijzeren tuinhek bewaard.

In de tuin, garage ontworpen in 1925 door dezelfde architect.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 53837 (1924), 52997 (1925), 68925 (1956).