Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Léon GUIANNOTTEarchitect1925

Stijlen

Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38315
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in art-decostijl, gesigneerd en gedateerd op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “L(éon). GUIANNOTTE / Arch 1925 –”.

Dit huis sluit een bijzonder homogene huizenrij, overwegend in dezelfde stijl, beginnend op nr.232.

Het huis staat op een perceel in de vorm van een uitgerekte driehoek die leidt naar een rechthoekig terrein dat zich uitstrekt achter nr.238 tot 244 en dat langs de site van Thurn en Taxis ligt. Op dit terrein staat, volgens dezelfde vergunning, een langwerpig gebouw van twee bouwlagen bestemd voor kantoren en een magazijn. In 1968 werd op de rest van het achterliggende perceel een carrosseriewerkplaats gebouwd.

Breed gebouw van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in oranjekleurige baksteen versierd met witsteen, similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Vlakken met opstaande bakstenen of in keperverband. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossale dubbele pilasters met kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met uitspringend geometrisch decor in baksteen. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met afgeschuinde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onder een trapezoïdale erker met houten bovendeel, bekroond door een gewelfde geveltop met volutes en anker. De tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), verspringend, verlicht wellicht het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.: twee kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzeren traliewerk in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., gevat in een omlijsting met een centrale bewerkte pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; laag vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder een gewelfde kroonlijst die de vensterbank vormt voor een hogere muuropening. Op de laatste travee, brede en lage inrijpoort met keellijst en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. versierd met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Kroonlijsten bewaard. Twee houten dakkappelen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen; het bovenste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) oorspronkelijk met glas-in-loodraam.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 52951 (1925), 51915 (1927), 80527 (1968).