Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Victor HORTAarchitect1907-1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38558
lees meer

Beschrijving

Gelegen aan de zuidelijke rand van de Brugmannsite (zie letter B op de plattegrond), directeurswoning in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met art nouveau-invloeden naar een ontwerp van architect Victor Horta uit 1907 en gebouwd in 1911-1912.

De omheiningsmuur van het ziekenhuis doorbrekend en lager gelegen ten opzichte van de hoofdingang, rechthoekige villa met aan de rechterkant een uitsprong waarin het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..
Ze heeft drie-en-een-halve bouwlagen, waarvan de eerste gedeeltelijk ondergronds is, op een partiële kelder, en de laatste zonder grote overgang overgaat in een zinken schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. dat wordt ingeperkt door dat van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Links bevinden zich een terras voor de bel-etage en een Engelse koer met een trap die toegang geeft aan een washok onder het terras, dat in 1932 tot garage werd verbouwd (thans een venster). Aan de linkerkant beschikte de directeur oorspronkelijk over een privétuin en een moestuin (verdwenen).

Oorspronkelijke binnenindeling
In de eerste bouwlaag, aan straatzijde, is de vestibule van de privé-ingang verbonden met een wachtzaal en met de traphal; links liggen de door de Engelse koer verlichte keukenlokalen. Op de bel-etage, die ook achteraan, aan de kant van de tuin, bereikbaar is, liggen rond het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. het kantoor en de salon, aan straatzijde, en ertegenover de eetkamer, de bijkeuken met keukenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen.  en de vestiaire. De toegang van de salon naar het terras zit gevat in een kleine rechthoekige uitbouw, volledig in metselwerk, terwijl de eetkamer is voorzien van een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in hetzelfde materiaal. In de derde bouwlaag bevinden zich drie kamers met een toiletruimte en een linnenkamer, terwijl de halve bouwlaag kamers, mansardes en andere dienstlokalen bevat.

Opstanden
Het gebouw is overwegend opgetrokken in oranjerode baksteen, met decoratieve effecten in witgetinte baksteen. Hardsteen is gebruikt voor de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. – met inbegrip van de gevel van de eerste bouwlaag aan straatzijde – alsook voor enkele muuropeningen, voor de uitsprongen van de bel-etage, voor enkele kettingen en cordonlijsten, en tot slot voor de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met houten kooflijst.
De bel-etage is versierd met witte baksteenbanden: drie op de straatgevel, waar ze zijn gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan een band in steen, en vier elders, onderbroken door de muuropeningen en de hoeken. In de laatste bouwlaag vormen een doorlopende  vensterbank en de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). een registerVensterstrook in een topgevel. van witgetinte baksteen, dat wordt voorafgegaan door drie banden, eveneens in witgetinte baksteen en met toenemende dikte, die op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de voor- en achtergevel worden doorbroken. De borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zijn versierd met een motief van een ruit en twee witte punten.
De muuropeningen in de eerste bouwlaag zijn rechthoekig, de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aan straatzijde worden beschermd door smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk versierd met een gestileerd bloemenmotief. Aan de achterzijde is de deur naar de tuin gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat in een stenen omlijsting met hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.; de bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. zijn korfboogvormig, onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., en het geheel is voorzien van traliewerk dat analoog is aan het vorige.
De volledig van steen gemaakte uitsprongen van de bel-etage zijn opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met onregelmatig uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.. De overige muuropeningen op de twee hoofdverdiepingen zijn steekboogvormig. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de voor- en linkergevel hebben borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. die door enkele lagen witgetinte baksteen worden doorbroken; de bovenkant van hun stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. is versierd met twee strekseDe lange zijde van een baksteen heet strek, de korte kop. lagen baksteen in dezelfde kleur. De halve bouwlaag en het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. zijn voorzien van muuropeningen met één of meer stenen monelenStenen vensterstijl..
Het thans vervangen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. was overwegend kruisvormig, in enkele of dubbele T, waarvan sommige bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. door verticale roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en enkele panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. door horizontale roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. werden verdeeld. Enkel de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van de eetkamer was voorzien van een schuifraam.

Interieur
De drie hoofdvertrekken van de bel-etage zijn voorzien van een eiken visgraatparket. De vloer van de hal en de gangen in deze bouwlaag, evenals die in de derde bouwlaag, zijn bekleed met een mozaïek van wit marmer met schubmotief en een oranje rand. De ontvangstvertrekken in de eerste bouwlagen hebben hetzelfde motief maar met een eenvoudiger rand versierd met zwarte stukjes inlegwerk. De vloeren van de aanpalende dienstvertrekken zijn bedekt met een onregelmatige mozaïek met een analoge rand. De trappen zijn met grijs granitoBedekking met veelkleurige (marmer)stukjes, gebed in cementmortel, die na verharding glanzend wordt geschuurd. bekleed, en op de bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. zijn de randen versierd met een dambordpatroon van grijs en wit marmer. De metalen leuningen en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. vertonen een complex ritme van drieledige verticale staven die in een zweepslagmotief uitmonden.

Bronnen

Archieven
Archief van het OCMW van de Stad de Brussel/Werken ziekenhuisinstellingen, Brugmann Ziekenhuis.
SAB/OW 40430 (1932).

Werken
HORTA, V., Hôpital Brugmann à Jette-Saint-Pierre, Administration des Hospices et Secours de la Ville de Bruxelles, 1909, p. 13.