Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Hector GÉRARDarchitect, landmeter / meetkundig schatter1904

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 36463
lees meer

Beschrijving

Geheel van vier burgerhuizen in eclectische stijl, met centrale inrijpoort naar een al bestaand gebouw, ontworpen voor de weduwe van Charles Lombaerts, handelaar in oud ijzer, n.o.v. architect Hector Gérard, 1904.

Huizen van drie bouwlagen, de meeste met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gevels in rode of witte baksteen een-op-twee, versierd met hardstenen elementen. Gekoppelde impostvensters met omlijsting van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Balkons op de verdiepingen. Decors van diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., in twee typen. Schrijnwerk vervangen, behalve de deuren op nr. 21, 25a en 27, en het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op nr. 21.

Op nr. 21 en 23-25, onderbouw met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Op de benedenverdieping, venster met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Balkons met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), postamenten met bolvormig topstuk en smeedijzeren traliewerk. Borstweringen op de verdiepingen versierd met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Op nr. 21, impostvenster met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. onder bolvormige topstukken.
Op nr. 23-25, opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste met inrijpoort onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. en op kussenblokken met volute, voorzien van kegelvormige schamppalen en afgesloten door een smeedijzeren hek. Impostvenster onder gebroken driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Vensters op de verdiepingen onder latei en korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. of rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met pilastervormige moneelStenen vensterstijl..

Op nr. 25a en 27, gietijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., gebuiktMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. op de eerste verdieping (op nr. 25a vervangen). Gebuikte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de benedenverdieping van nr. 27. Borstweringen op de benedenverdieping versierd met sgraffiti met bloemenmotieven.
Op nr. 25a, impostvenster met vleugelstukken en boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met waaiermotief. Keldervenster met stijlen en pilastervormige moneelStenen vensterstijl.. Vensters op de verdiepingen met gebeeldhouwde timpaan.
Op nr. 27, impostvenster onder gebroken boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Achteraan, tegen de gemene muren, volume van twee bouwlagen met centrale geveltop links, in 1949 heropgebouwd voor de Miroiteries de Charleroi rechts (n.o.v. architect M. Letroye). Aan de achterzijde van het perceel, groot gebouw van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met een bakstenen voorgevel versierd met ankers en bekroond door een centrale geveltop. In 2014 werd dit gebouw herbestemd tot woningen.

Bronnen

Archieven
GAA/DS 10151 (13.01.1905), 33549 (14.06.1949).