Typologie(ën)
fabriek
garage
garage (show room)
werkplaats (ambachtelijk)
garage
garage (show room)
werkplaats (ambachtelijk)
Ontwerper(s)
Ch. J. DUYVER – architect – 1961-1965
Juridisch statuut
Afgebroken en/of verbouwd in 2024
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2019
id
Urban : 39691
Beschrijving
Modernistisch garagecomplex met toonzaal vooraan
en werkplaats achteraan, n.o.v. architect Ch. J. Duyver, 1961.
Het complex ligt op een uitgestrekt perceel dat schuin ten opzichte van de kaai is ingeplant en een groot niveauverschil naar de achterzijde vertoont. Gevels in baksteen, aan de kant van de kaai gele bakstenen met beklemtoonde horizontale voegen en versierd met elementen in kunststeen. Het metalen raamwerk is grotendeels bewaard.
Aan straatzijde, driehoekig volume van één bouwlaag onder een plat dak dat als parkeerruimte voor het personeel dient. Uiterst links, inspringend portaal gevormd door een betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., met daarop vroeger in uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… letters “Ets. M de Wilde SA”; links kwam daar een dienstingang op uit, rechts de ingang van de toonzaal. Het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule)., dat thans door een luik wordt afgesloten, wordt aan de linkerkant begrensd door de gemeenschappelijke muur, die aan de kaai uitmondt in een driehoekig, met glasstenen opengewerkt volume. Lange etalage onder een hoge bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. band en geritmeerd door interne zuilen, gevolgd door vier muuropeningen, met oorspronkelijk een toegangsdeur en drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; in 1965 werden de deur en het eerste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van plaats verwisseld door architect Duyver. Uiterst rechts, twee brede inrijpoorten met omlijsting in gebouchardeerd beton, gescheiden door een rij glasstenen, het geheel bekroond door een zware, breed uitstekende betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak..
Achteraan, grote rechthoekige werkplaats onder negenledig sheddak met een metalen gebinte dat aan de kaai door een inspringend muurscherm aan het zicht wordt onttrokken. Het linkergedeelte van het muurscherm is opengewerkt met een vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met monelen, met de toegang tot het dakterras; op het blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. rechtergedeelte prijkte vroeger de merknaam Peugeot. De werkplaats wordt aan de linkerkant afgeboord door een smal volume onder plat dak.
Interieur. Aan de kant van de kaai, toonzaal links, wachtzaal en kantoren van de directie en de boekhouding rechts. Achteraan, magazijn voor auto-onderdelen en conciërgewoning tegen de linker gemeenschappelijke muur. Eén bouwlaag hoger, werkplaats die via de inrijpoorten toegankelijk is langs een inrijstrook uiterst rechts. In de volle grond uitgegraven werkplaatsputten in het linkergedeelte en smeerkuilen rechts. Het volume langs de werkplaats bevat de toiletten, de kleedkamer, de refter en diverse magazijnen.
Het complex ligt op een uitgestrekt perceel dat schuin ten opzichte van de kaai is ingeplant en een groot niveauverschil naar de achterzijde vertoont. Gevels in baksteen, aan de kant van de kaai gele bakstenen met beklemtoonde horizontale voegen en versierd met elementen in kunststeen. Het metalen raamwerk is grotendeels bewaard.
Aan straatzijde, driehoekig volume van één bouwlaag onder een plat dak dat als parkeerruimte voor het personeel dient. Uiterst links, inspringend portaal gevormd door een betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., met daarop vroeger in uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… letters “Ets. M de Wilde SA”; links kwam daar een dienstingang op uit, rechts de ingang van de toonzaal. Het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule)., dat thans door een luik wordt afgesloten, wordt aan de linkerkant begrensd door de gemeenschappelijke muur, die aan de kaai uitmondt in een driehoekig, met glasstenen opengewerkt volume. Lange etalage onder een hoge bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. band en geritmeerd door interne zuilen, gevolgd door vier muuropeningen, met oorspronkelijk een toegangsdeur en drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; in 1965 werden de deur en het eerste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van plaats verwisseld door architect Duyver. Uiterst rechts, twee brede inrijpoorten met omlijsting in gebouchardeerd beton, gescheiden door een rij glasstenen, het geheel bekroond door een zware, breed uitstekende betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak..
Achteraan, grote rechthoekige werkplaats onder negenledig sheddak met een metalen gebinte dat aan de kaai door een inspringend muurscherm aan het zicht wordt onttrokken. Het linkergedeelte van het muurscherm is opengewerkt met een vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met monelen, met de toegang tot het dakterras; op het blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. rechtergedeelte prijkte vroeger de merknaam Peugeot. De werkplaats wordt aan de linkerkant afgeboord door een smal volume onder plat dak.
Interieur. Aan de kant van de kaai, toonzaal links, wachtzaal en kantoren van de directie en de boekhouding rechts. Achteraan, magazijn voor auto-onderdelen en conciërgewoning tegen de linker gemeenschappelijke muur. Eén bouwlaag hoger, werkplaats die via de inrijpoorten toegankelijk is langs een inrijstrook uiterst rechts. In de volle grond uitgegraven werkplaatsputten in het linkergedeelte en smeerkuilen rechts. Het volume langs de werkplaats bevat de toiletten, de kleedkamer, de refter en diverse magazijnen.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 40864 (03.04.1962), 42398 (02.07.1965), 44391 (30.03.1973).