Glossarium
Dit glossarium is gebaseerd op het woordgebruik van vorige inventarissen van het Brussels erfgoed en verzekert zo enige eenvormigheid. Voor de termen die niet voorkomen in het glossarium, verwijzen wij de gebruiker graag naar HASLINGHUIS, E.J., JANSE, H., Bouwkundige termen, 5de druk, Primavera Pers, Leiden, 2005.
glossarium
Neogotiek
Historiserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, pun (...)
neopalladiaanse stijl
(...)
Neorenaissance
Architectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van d (...)
Neoromaans
Architectuurrichting (ca. 1850) die zich beroept op voorbeelden uit de romaanse bouwkunst (10e-12e eeuw) . (...)
Neotraditioneel
De neotraditionele
bouwstijl inspireert zich op de traditionele architectuur, die men eerder vrij
gaat incorporeren in (...)
Neutenpaneel
U-vormig sierpaneel. (...)
Nis, beeldnis
Uitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfron (...)
Nok, nokbedekking
Nok, hoogste punt van iets (nok of top).
Nokbedekking, afdekking van de nok. (...)
Obelisk
Monolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt. (...)
Oculus
Klein rond, ovaal of polygonaal venster. (...)
Oeil-de-boeuf
Kleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink. (...)
Ojief
Profiel waarvan de dwarsdoorsnede een in- en uitzwenkende lijn vormt. (...)
Onderbouw
Hoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. (...)
Ontlastingsboog
Boog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. (...)
Oor
Uitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. (...)
Opstand, aanzicht
Bouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak (...)
Ornament
Niet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren. (...)
Pakketbootstijl
Architectuurstijl uit interbellum en geïnspireerd op de gestroomlijnde pakketbootesthetiek (boegvormige volumes, patrij (...)
Palmet
Versiering in de vorm van een palmblad. (...)
Paneel, spiegel
1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Geve (...)
Parement
Gevel- of muurbekleding. (...)
Pijler
1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement m (...)
Pilaar
Vrijstaande ondersteuning van een boog of hoofdgestel in de vorm van een ronde, vierkante of polygonale pijler. (...)
Pilaster
Platte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. (...)
Pinakel
Slanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. (...)
Piron, makelaar
Uitstekende versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten bol of stang ( (...)
Polonceau-spant
Kapspant ontwikkeld door Franse ingenieur Polonceau (1836); opgebouwd uit twee onderspannen driehoekige liggers, verbond (...)
Portaal
1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschu (...)
Portiek
1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangs (...)
Postament
1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonbors (...)
Posten, stijlen
Verticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. (...)
Postmodernisme
Tegenbeweging (sinds ca. 1980) van het modernisme. Het functionalisme wordt in vraag gesteld, terwijl vormelementen uit (...)
Neogotiek
Historiserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, pun (...)
neopalladiaanse stijl
(...)
Neorenaissance
Architectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van d (...)
Neoromaans
Architectuurrichting (ca. 1850) die zich beroept op voorbeelden uit de romaanse bouwkunst (10e-12e eeuw) . (...)
Neotraditioneel
De neotraditionele bouwstijl inspireert zich op de traditionele architectuur, die men eerder vrij gaat incorporeren in (...)
Neutenpaneel
U-vormig sierpaneel. (...)
Nis, beeldnis
Uitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfron (...)
Nok, nokbedekking
Nok, hoogste punt van iets (nok of top). Nokbedekking, afdekking van de nok. (...)
Obelisk
Monolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt. (...)
Oculus
Klein rond, ovaal of polygonaal venster. (...)
Oeil-de-boeuf
Kleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink. (...)
Ojief
Profiel waarvan de dwarsdoorsnede een in- en uitzwenkende lijn vormt. (...)
Onderbouw
Hoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. (...)
Ontlastingsboog
Boog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. (...)
Oor
Uitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. (...)
Opstand, aanzicht
Bouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak (...)
Ornament
Niet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren. (...)
Pakketbootstijl
Architectuurstijl uit interbellum en geïnspireerd op de gestroomlijnde pakketbootesthetiek (boegvormige volumes, patrij (...)
Palmet
Versiering in de vorm van een palmblad. (...)
Paneel, spiegel
1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Geve (...)
Parement
Gevel- of muurbekleding. (...)
Pijler
1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement m (...)
Pilaar
Vrijstaande ondersteuning van een boog of hoofdgestel in de vorm van een ronde, vierkante of polygonale pijler. (...)
Pilaster
Platte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. (...)
Pinakel
Slanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. (...)
Piron, makelaar
Uitstekende versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten bol of stang ( (...)
Polonceau-spant
Kapspant ontwikkeld door Franse ingenieur Polonceau (1836); opgebouwd uit twee onderspannen driehoekige liggers, verbond (...)
Portaal
1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschu (...)
Portiek
1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangs (...)
Postament
1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonbors (...)
Posten, stijlen
Verticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. (...)
Postmodernisme
Tegenbeweging (sinds ca. 1980) van het modernisme. Het functionalisme wordt in vraag gesteld, terwijl vormelementen uit (...)