Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Paul HAMESSEarchitect1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20546
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloed van de geometrische art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., gesigneerd op de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. “PAUL. HAMESSE / .ARCH. 1906”. Deze architect ontwierp eveneens nr. 94 in 1902, alsook nr. 3-5 en 7 van de Albert de Latourstraat in 1903 (zie nr. 7).

Vormt het begin van een homogene huizenrij in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl die eindigt op nr. 106.

Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en met lichtjes verspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de benedenverdieping. Gevel in lichtgekleurde baksteen met hardstenen elementen. Muuropeningen onder gebeeldhouwde lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt., sommige met lekdorpel met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat in een getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping met gegroefde omlijsting met afnemende breedte en vertrekkend op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., die een gebogen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. heeft. Op de eerste verdieping, asymmetrische glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter balkon. Hogere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. op de verdiepingen en op boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en vervangen geel glas, behalve dat van de deur, impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. en van de muuropening in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. SmeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en traliewerk van het keldervenster met geometrische motieven.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 54-100.

Websites
Brussel, stad van architecten - Paul Hamesse