Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2019

id

Urban : 39656
lees meer

Beschrijving

Opbrengstpand in eclectische stijl en met commerciële benedenverdieping, 1910.

Gebouw verbouwd tot hotel en uitgebreid tot nr. 76 na 1996, ten koste van een neoclassicistisch huis.

Opstand van zes bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerszijden van een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Hardstenen benedenverdieping met verdiepte schijnvoegen. Private deur op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Winkel op de hoek, met centrale deur, en een tweede, kleinere winkel op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met deur en etalage gescheiden door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Hogere bouwlagen in baksteen versierd met elementen in witsteen, similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Eerste en laatste travee in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., de eerste, met de ingang, smaller. Op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl.; venster met drie monelenStenen vensterstijl. op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Traveeën rond de hoek inspringend op de verdiepingen en voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., op laatste verdieping onder gemeenschappelijke steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. Op de verdiepingen, tweede, vierde en laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met (Franse) balkons met gietijzeren borstwering (sommige onvolledig). Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., rondboogvenster op de tussenverdieping en een rechthoekige stenen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de verdiepingen die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt en een torentje vormt dat tot in 1958 werd bekroond door een vierkante koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met peervormige spits. Oorspronkelijke kroonlijst met uitsprongen. Schrijnwerk vervangen.

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 13002 (19.05.1911), 38943 (04.11.1958).