Deze lange rechte weg, die werd geopend bij K.B. van 06.06.1885, verbindt de Neerstalse steenweg met de Kersbeeklaan.
In 1908 onderzocht de gemeentelijke overheid de verlenging van deze weg voorbij de Neerstalse steenweg, naar de Hallestraat, in het kader van het Plan général d’alignement et d’expropriation par zones pour l’amélioration du quartier compris entre la chaussée de Neerstalle, la rue de l’Eau et la rue Traversière [de huidige Zijdeweverijstraat]. Dit plan werd nadien opgenomen in het plan vastgelegd bij K.B. van 11.07.1923 houdende de aanleg van de boulevard de ceinture et de voies y attenantes (Brits Tweedelegerlaan), en nadien het plan vastgelegd bij K.B. van 06.06.1935. Het straatdeel van de Glasblazerijlaan dat tussen de Neerstalse steenweg en de Hallestraat was gepland, werd uiteindelijk slechts gedeeltelijk uitgevoerd: het gaat om de doodlopende Olieslagerijlaan.
De naam van de laan herinnert aan de aanwezigheid, in de 19e eeuw, van de glasblazerij van een rijke Vorstse industrieel genaamd Zaman, op de hoek met de Neerstalse steenweg (in 1925 vervangen door leerlooierij Lemaire-Vandewalle). Deze glasblazerij was een van de talrijke fabrieken die vroeger in deze zone van het gemeentelijke grondgebied werden gevestigd, vooral omwille van de aanwezigheid van de Geleytsbeek. Vermelden we ververij Momm (zie straatnotitie Neerstalse steenweg), veter- en passementswerkfabriek Wenseleers, blekerij Schultz, brouwerij Merlo, brouwerij ’t Fonteintje, de latere brouwerij Van Haelen, enz. Via hun naam verwijzen ook de Ververijstraat, de Zijdeweverijstraat en de Olieslagerijlaan naar dit industriële verleden.
De bebouwing van de laan is vrij verscheiden en bestaat uit kleine burgerwoningen (bijvoorbeeld nr. 33, 1890) in baksteen gebouwd begin jaren 1900, eengezinswoningen en kleine appartementsgebouwen die hoofdzakelijk tijdens het interbellum werden opgetrokken, en vooral, aan pare zijde, een geheel van woningen die behoren tot de tuinwijk Cité Forest Vert of de tuinwijk Kersbeek. Deze tuinwijk neemt een uitgestrekt bouwblok in gelegen tussen de Neerstalse steenweg, de Generaal Dumonceaulaan, de Kersbeeklaan en de Glasblazerijlaan. Hij werd in 1923-1927 gebouwd op initiatief van de sociale huisvestingsmaatschappij Vorstse Haard en vertoont een specifieke esthetiek die in die periode in België werd ontwikkeld en die in grote mate op de Engelse voorbeelden was gebaseerd. Deze wijk kwam kort na de tuinwijken Floréal, Le Logis, Moortebeek en Cité Moderne tot stand.
Het oorspronkelijke project werd ontworpen en ontwikkeld door architect Henri Van Montfort na een in 1922 uitgeschreven wedstrijd. Het behelsde een groot geheel van woningen in art-decostijl (278 woningen), waarvan twee derden voor de arbeidersklasse en één derde voor de kleine burgerij waren bestemd. Deze woningen –kleine collectieve gebouwen of individuele huizen– zijn gegroepeerd in kleine blokken die langs straten, steegjes en pleintjes liggen. Het geheel oogt als een stedelijk weefsel verlevendigd met bomen en tuintjes.
De tuinwijk werd nadien uitgebreid met een nieuw bouwblok gelegen tussen de Glasblazerijlaan en de Neerstalse steenweg (nr.226 tot 240). Het bevat kleine appartementsgebouwen die in de jaren 1950 rond de Madelonsquare, Manonsquare, Lisonsquare en Toinonsquare werden gebouwd ( architect Henri Van Montfort).
Het geheel onderging een ingrijpende renovatie in 2000-2009.
Bronnen
Archieven
GAV/OW
dossiers 16, 39, 52A.
GAV/DS 33: 1230 (1890), 3758, 4986 (1909), 11911 (1932), 13327 (1937), 18560 (1964), 21650 (1994), 22104 (1997), 25102 (2013), 25337 (2016).
Publicaties en studies
GAV/DS 33: 1230 (1890), 3758, 4986 (1909), 11911 (1932), 13327 (1937), 18560 (1964), 21650 (1994), 22104 (1997), 25102 (2013), 25337 (2016).
Publicaties en studies
CLAIREMBOURG,
Ch., VANDERHULST, G., Du logement ouvrier au logement social
(indicatieve lijst), onuitgegeven studie, Ministerie van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, La Fonderie asbl, december 2005, fiche 47.
COOPARCH – R.U., Les sites remarquables du patrimoine social bruxellois, s.l., s.d., pp. 58, 59.
DE PANGE, I., In het hart van Vorst, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2008 (coll. Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 47).
DUBREUCQ, J., Forest en cartes postales anciennes. Vorst in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1981, afb. 42 en 43.
HUSTACHE, A., Forest, CFC-Editions, Brussel, 2001 (coll. Guide des communes de la Région bruxelloise).
SMETS, M., L’avènement de la cité-jardin en Belgique: histoire de l’habitat social en Belgique de 1830 à 1930, Pierre Mardaga, Luik, 1979, pp. 116-118.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949.
Tijdschriften
VAN PRAAG, Y., “Une cité-jardin méconnue: Forest-Vert”, Les nouvelles de la Fonderie, 53, april 2014, Brussel, p. 2.
COOPARCH – R.U., Les sites remarquables du patrimoine social bruxellois, s.l., s.d., pp. 58, 59.
DE PANGE, I., In het hart van Vorst, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2008 (coll. Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 47).
DUBREUCQ, J., Forest en cartes postales anciennes. Vorst in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1981, afb. 42 en 43.
HUSTACHE, A., Forest, CFC-Editions, Brussel, 2001 (coll. Guide des communes de la Région bruxelloise).
SMETS, M., L’avènement de la cité-jardin en Belgique: histoire de l’habitat social en Belgique de 1830 à 1930, Pierre Mardaga, Luik, 1979, pp. 116-118.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949.
Tijdschriften
VAN PRAAG, Y., “Une cité-jardin méconnue: Forest-Vert”, Les nouvelles de la Fonderie, 53, april 2014, Brussel, p. 2.