Typologie(ën)
winkel
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1880
NOAARCHITECTEN – architectenbureau – 2013
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 37012
Beschrijving
Op de hoek met de Pottengoedstraat, gebouw in
neoclassicistische stijl, oorspronkelijk gebruikt als magazijn, daterend van begin
jaren 1880.
Vanaf de jaren 1900 en tot in het interbellum huisvestte dit gebouw het atelier van kunstschrijnwerker Wagemans. De opslagplaats werd tot woningen herbestemd volgens plannen die in 2013 werden opgesteld door het bureau noAarchitecten.
Lang gebouw van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met drie symmetrische traveeën aan de Pottengoedstraat, een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., en zestien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Foppensstraat. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel versierd met hardsteen. Muuropeningen op de benedenverdieping onder latei, doorlopende onderdorpel op de verdieping. Verscheidene blinde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., wellicht de oorspronkelijke. Centrale deur dichtgemaakt aan de Pottengoedstraat, evenals op de derde en de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Foppensstraat. Toegangsdeur op de hoek, evenals op de zevende en dertiende travee aan de Foppensstraat. Inrijpoort op de achtste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), bekroond door een (bestaande) glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Oorspronkelijk, dak met verscheidene dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., die in de loop der jaren allemaal zijn verwijderd; plaatsing van een dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. aan elke straat en aanleg van twee terrassen in het achterste dakvlak bij de renovatie. Sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping zijn getralied. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Bakstenen achtergevel, thans wit geschilderd, met daarlangs een magazijn van één bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. dat vroeger de hele lengte van het perceel innam.
Vanaf de jaren 1900 en tot in het interbellum huisvestte dit gebouw het atelier van kunstschrijnwerker Wagemans. De opslagplaats werd tot woningen herbestemd volgens plannen die in 2013 werden opgesteld door het bureau noAarchitecten.
Lang gebouw van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met drie symmetrische traveeën aan de Pottengoedstraat, een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., en zestien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Foppensstraat. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel versierd met hardsteen. Muuropeningen op de benedenverdieping onder latei, doorlopende onderdorpel op de verdieping. Verscheidene blinde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., wellicht de oorspronkelijke. Centrale deur dichtgemaakt aan de Pottengoedstraat, evenals op de derde en de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Foppensstraat. Toegangsdeur op de hoek, evenals op de zevende en dertiende travee aan de Foppensstraat. Inrijpoort op de achtste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), bekroond door een (bestaande) glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Oorspronkelijk, dak met verscheidene dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., die in de loop der jaren allemaal zijn verwijderd; plaatsing van een dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. aan elke straat en aanleg van twee terrassen in het achterste dakvlak bij de renovatie. Sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping zijn getralied. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Bakstenen achtergevel, thans wit geschilderd, met daarlangs een magazijn van één bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. dat vroeger de hele lengte van het perceel innam.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 50118L (04.02.2013).
Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Foppens (rue)”, 1885, 1887, 1905, 1925.
Kaarten / plannen
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.