Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

WALCKIERSarchitect1900

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Lambrechts-Woluwe (Apeb - 2010-2012)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 21160
lees meer

Beschrijving

Vrijstaand huis bestaande uit twee woningen (nr. 46-48) en een bijgebouw (nr. 44-44a), ontworpen in 1900 door architect Walckiers voor eigen rekening. Het hoofdgebouw werd in de jaren 1930 in twee woningen verdeeld.

Maken deel uit van een bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl, van nr. 4 tot nr. 50.

Twee bakstenen bouwlagen in eclectische stijl met invloed van de pittoreske stijl. Uitspringende daken op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Linker toegangsportiek bewaard, in hout met ijzeren staven.

Op nr. 46-48, rechthoekig gebouw onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Gevels parallel aan de laan van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in hardstenen breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Hoekblokken van witte baksteen. Klimmende dakkapellenDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak..
Aan de laan, hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. achter bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. met dubbele trap, onder drieledig dak op een houtstructuur met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.; smeedijzeren leuning. Erboven, hoog rondbogig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met metalen roedeverdeling. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), beglaasde voorbouw op palen, onder drieledig dak en bekroond door een klein terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Rechterzijgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste identiek aan de laatste langs de laan. Tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met toegang achter bakstenen bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. Op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. over vier bouwlagen, in de eerste twee bouwlagen getralied.
Linker zijgevel met traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vergelijkbaar met de laatste langs de laan.
Achtergevel achter terras met metalen traliewerk; metalen veranda met art-nouveaumotief.
Getraliede deuren bewaard. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

Interieur met bewaard decor. Ruimtes verdeeld rond wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. in Carraramarmer met smeedijzeren trapleuning. Bewaarde markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur.  in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… op achtergevel.

Op nr. 44-44a, L-vormig bijgebouw onder asymmetrisch zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Verdiepingen met vakwerk. Inrijpoorten langs de laan en aan de zijkant. Toegangsdeuren op de hoek van de L. Afgesneden vlak op de verdieping langs de laan, achter een veelhoekig balkon met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Bronnen

Archieven
Archieven in bewaring bij eigenaar van nr. 46-48.