Onderzoek en redactie

2014-2016

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDeze lange straat ligt gedeeltelijk op Ukkel en Vorst en verbindt de Albertlaan met de Alsembergsesteenweg (Ukkel). De Onderlinge Bijstandstraat, die ze met het Constantin Meunierplein en met de Vanderkinderestraat (Ukkel) verbindt, verdeelt ze eveneens in twee delen.

De straat is een van de verkeersassen die werden aangelegd in het kader van het
Plan général d’alignement et d’expropriation par zones van de Berkendaalwijk (ir. Désiré Van Ouwenhuysen, 1899), op een terrein gelegen ten westen van de Brugmannlaan, tussen de Alsembergsesteenweg en de Vanderkinderestraat. Dit project maakte deel uit van een veel groter bestemmingsplan dat ook de aanpalende zones op grondgebied Elsene en Ukkel omvatte. De plannen van aanleg werden voorgesteld en gedragen door bankier Georges Brugmann en opgesteld door landmeter César Boon (Elsene en Ukkel) en ingenieur Désiré Van Ouwenhuysen (Vorst). Ze werden gezamenlijk door de gemeenten Elsene, Vorst en Ukkel aangenomen in 1899 en 1900, en dan vastgelegd bij K.B. van 12.07.1902. Op grondgebied Vorst zette het plan van D. Van Ouwenhuysen het plan voort dat C.Boon een jaar eerder voor Elsene had ontworpen.

Het plan dat in 1902 werd vastgelegd, voorzag aanvankelijk ook dat de Meyerbeerstraat – die oorspronkelijk was vernoemd naar David Desvachez, een graveur uit Valenciennes – de Albertlaan met de Vanderkinderestraat zou verbinden volgens een gebogen tracé dat iets voorbij de Onderlinge Bijstandstraat zou liggen (net voor de gemeentegrens met Ukkel). Het was op initiatief van een grondeigenaar genaamd Everard dat dit eerste straatdeel uiteindelijk tot aan de Alsembergsesteenweg werd verlengd, volgens een lichtjes gebogen tracé, krachtens het plan van aanleg vastgelegd bij K.B. van 01.06.1910. De verlengde straat kreeg toen haar nieuwe naam als eerbetoon aan de Duitse componist Giacomo Meyerbeer (1791–1864).

[i]Communes d’Uccle et de Forest, Quartier du Chat, Projet de création de deux voies publiques entre la chaussée d’Alsemberg, la rue David Desvachez, la rue Vanderkindere et l’avenue Molière[/i], K.B. van 01.06.1911, GAV/OW dossier 60 (Meyerbeerstraat, verlengd).

De oudste bebouwing van de straat bevindt zich aan onpare zijde, ter hoogte van het straatdeel tussen de Albertlaan en de Onderlinge Bijstandstraat. Ze bestaat uit een homogene reeks burgerhuizen gebouwd omstreeks 1910 (zie de huizenrij van nr.11 tot 27). Uit deze periode dateert ook het imposante opbrengsthuis met commerciële benedenverdieping en classicistische inslag (nr.1), op de hoek met de Albertlaan (nr.257), of dat op nr.7-7a met bewaarde details met art-nouveau-inslag (n.o.v. architect Georges Huygens, 1911). De rest van de straat –grotendeels op grondgebied Ukkel– werd geleidelijker bebouwd tussen de jaren 1920 en het begin van de jaren 1960. Onder de bebouwing uit deze periode vermelden we vooral het opmerkelijke Huis Danckaert, in art-decostijl, ontworpen door architect Jean-Baptiste Dewin (zie nr.29-31-33), evenals het huis van architect Joseph Diongre op nr.61 (zie dit nummer). Vermelden we ook het appartementsgebouw van architecten Paul Hamesse & Frères op nr.24 (1936) en dat van architect Maurice Van Eyck op nr.62 (1937), of nog de analoge burgerhuizen op nr.44 en 46 (1927) van architect Isidore Henrotay, die vooral in de wijk Hoogte Honderd werkzaam was.


Bronnen

Archieven
GAV/OW dossier 12 (Brugmannwijk).
GAV/OW dossier 60 (Meyerbeerstraat).
GAV/DS 1: 5238 (1910), 7572 (1922), 9456 (1927), 21978 (1996), 25525 (2014); 7-7a: 5514 (1911); 24: 13036 (1936); 62:13578 (1937); 44: 9494 (1927); 46: 9844 (1927).