Onderzoek en redactie
2008, 2013
Het station van Woluwe en het gelijknamige plein, werden gebouwd en aangelegd in 1882 op braakliggende terreinen grenzend aan Sint-Lambrechts-Woluwe in het kader van de opening van de lijn Brussel-Leopoldswijk – Tervuren. Het traject Oudergem – Sint-Pieters-Woluwe was klaar in mei 1882, het vervolg, van Woluwe naar Tervuren, werd vanaf september van het zelfde jaar in gebruik genomen. Langs dit traject werden verschillende stations gebouwd waarvan vier in Sint-Pieters-Woluwe (Woluwe-Laan, Woluwe-dorp, Kappelleveld en Stokkel), dat van Woluwe-dorp bediende beide gemeenten.
Het station van Woluwe-dorp dat in 1966 op vraag van de NMBS werd gesloopt, bestond uit twee aanpalende bakstenen gebouwen; een hoofdgebouw met twee bouwlagen en een lage vleugel van één bouwlaag, beiden onder zadeldak. De benedenverdieping van het hoofdgebouw was oorspronkelijk voor één derde gereserveerd als privé-woning en voor twee derde als wachtzaal, de bovenverdieping was bestemd voor het gezin van de stationschef. Het loket en bureau werd in de lage vleugel ingericht. Het was een stationstype dat vanaf 1873 door de staat werd opgelegd aan de particuliere maatschappijen. Voor de aanleg van lijnen onder het stelsel van concessies of aanleg tegen vaste prijs gebruikte men dus een standaardontwerp. Zodoende werd in 1882 op de lijn Oudergem-Tervuren (Lijn 160 – later Schaarbeek-Brussel-Tervuren) het station van Woluwe gebouwd.

Aanvankelijk was er slechts één spoor, maar in 1896-1897 werd een tweede spoor aangelegd. In 1930 zal de lijn worden overgenomen door de Société du chemin de fer Electrique de Bruxelles à Tervuren (CFEBT) in functie de elektrificatie ervan de bewerkstelligen. Zodoende zal deze lijn de eerste elektrische lijn van België worden vanaf december 1931. Op 31.12.1958 werd het reizigersvervoer door de bovenstaande firma stopgezet en werd het tweede spoor terug afgeschaft. De lijn en het personeel zullen door de NMBS worden overgenomen. Het goederentransport werd op 01.07.1970 stopgezet en de spoorlijn werd in 1972 afgebroken. Het tracé werd omgevormd tot een groene recreatieweg.

De met de spoorlijn verbonden activiteit bevorderde de ontwikkeling van de gemeente, en in het bijzonder van deze wijk die een grondige verandering onderging. Aanvankelijk lag het station in de buurt van de Bosstraat en de Konkelstraat, in een nog volledig onbebouwde omgeving, met uitzondering van de nr.117-119 in de Stationstraat (zie dit nr.) en andere buitenhuizen. Vanaf het einde van de 19e en in het begin van de 20e eeuw verscheen rond het station een tiental bescheiden en homogene opbrengsthuizen van twee bouwlagen en twee traveeën. Ze combineerden een woonfunctie met een kleine handelsactiviteit. Zo wordt de hele huizenrij van nr. 4 tot 12 gevormd met huurwoningen volgens spiegelbeeldschema n.o.v. aannemer J. Abeloos voor eigen rekening, tegenwoordig sterk verbouwd. Het geheel grenst aan een opbrengsthuis met commerciële benedenverdieping op de hoek met de Stationsberg n.o.v. en voor rekening van dezelfde aannemer. Deze vormt het penant van het geheel gevormd door een woning in de Stationsberg nr. 14 en het opbrengsthuis op nr. 20 van het Stationsplein in eclectische stijl, met op de benedenverdieping een café (1909). De kenmerkende trapgevels in de hoofdtravee van de woning en de schuine toegangstravee van het opbrengsthuis werden afgeknot in de loop der jaren (waarschijnlijk tijdens het interbellum). Hoewel de archieven er geen melding van maken, is het bovendien heel waarschijnlijk dat er zich ‘de petites entreprises (dépôts de charbon et de matériaux de construction, ateliers divers…) s'établirent dans le quartier' vestigden (Villeirs, M., 1991, p. 188).
De meeste van deze gebouwen werden verbouwd of gerenoveerd, waardoor, buiten het volume alle kenmerken van het begin van de 20e eeuw verloren gingen.
Het station van Woluwe-dorp dat in 1966 op vraag van de NMBS werd gesloopt, bestond uit twee aanpalende bakstenen gebouwen; een hoofdgebouw met twee bouwlagen en een lage vleugel van één bouwlaag, beiden onder zadeldak. De benedenverdieping van het hoofdgebouw was oorspronkelijk voor één derde gereserveerd als privé-woning en voor twee derde als wachtzaal, de bovenverdieping was bestemd voor het gezin van de stationschef. Het loket en bureau werd in de lage vleugel ingericht. Het was een stationstype dat vanaf 1873 door de staat werd opgelegd aan de particuliere maatschappijen. Voor de aanleg van lijnen onder het stelsel van concessies of aanleg tegen vaste prijs gebruikte men dus een standaardontwerp. Zodoende werd in 1882 op de lijn Oudergem-Tervuren (Lijn 160 – later Schaarbeek-Brussel-Tervuren) het station van Woluwe gebouwd.

Aanvankelijk was er slechts één spoor, maar in 1896-1897 werd een tweede spoor aangelegd. In 1930 zal de lijn worden overgenomen door de Société du chemin de fer Electrique de Bruxelles à Tervuren (CFEBT) in functie de elektrificatie ervan de bewerkstelligen. Zodoende zal deze lijn de eerste elektrische lijn van België worden vanaf december 1931. Op 31.12.1958 werd het reizigersvervoer door de bovenstaande firma stopgezet en werd het tweede spoor terug afgeschaft. De lijn en het personeel zullen door de NMBS worden overgenomen. Het goederentransport werd op 01.07.1970 stopgezet en de spoorlijn werd in 1972 afgebroken. Het tracé werd omgevormd tot een groene recreatieweg.

De met de spoorlijn verbonden activiteit bevorderde de ontwikkeling van de gemeente, en in het bijzonder van deze wijk die een grondige verandering onderging. Aanvankelijk lag het station in de buurt van de Bosstraat en de Konkelstraat, in een nog volledig onbebouwde omgeving, met uitzondering van de nr.117-119 in de Stationstraat (zie dit nr.) en andere buitenhuizen. Vanaf het einde van de 19e en in het begin van de 20e eeuw verscheen rond het station een tiental bescheiden en homogene opbrengsthuizen van twee bouwlagen en twee traveeën. Ze combineerden een woonfunctie met een kleine handelsactiviteit. Zo wordt de hele huizenrij van nr. 4 tot 12 gevormd met huurwoningen volgens spiegelbeeldschema n.o.v. aannemer J. Abeloos voor eigen rekening, tegenwoordig sterk verbouwd. Het geheel grenst aan een opbrengsthuis met commerciële benedenverdieping op de hoek met de Stationsberg n.o.v. en voor rekening van dezelfde aannemer. Deze vormt het penant van het geheel gevormd door een woning in de Stationsberg nr. 14 en het opbrengsthuis op nr. 20 van het Stationsplein in eclectische stijl, met op de benedenverdieping een café (1909). De kenmerkende trapgevels in de hoofdtravee van de woning en de schuine toegangstravee van het opbrengsthuis werden afgeknot in de loop der jaren (waarschijnlijk tijdens het interbellum). Hoewel de archieven er geen melding van maken, is het bovendien heel waarschijnlijk dat er zich ‘de petites entreprises (dépôts de charbon et de matériaux de construction, ateliers divers…) s'établirent dans le quartier' vestigden (Villeirs, M., 1991, p. 188).
De meeste van deze gebouwen werden verbouwd of gerenoveerd, waardoor, buiten het volume alle kenmerken van het begin van de 20e eeuw verloren gingen.
Bronnen
Archieven
GASPW/DS 20: 590 (1909); station: 371 (1966).
KAB/SPW divisie 3, sectie D, blad 8, schets 11 (1882).
Publicaties en studies
BLANCHART, G., Le chemin de fer Bruxelles-Tervuren, s.l., 2002.
CULOT, M. (o.l.v.), BRAUMAN, A., HOA J.-P., et al., Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles: Woluwe-St.-Lambert, St.-Pierre & Evere, Brussel, AAM, 1982, fiche nr. 60.
DE BOT, Hugo, Stationsarchitectuur in België. Deel 1: 1835-1914, Brepols, Turnhout, 2002, pp. 215, 219.
DEMEY, Th., Bruxelles en vert. Guide-promenade des jardins publics du Molenbeek à la Woluwe, Badeaux, Brussel, 2003.
TEMMERMAN, C., L'avenue de Tervueren, p. 15.
VILLEIRS, M., et al., Histoire de Woluwe-Saint-Lambert, Musée communal de Woluwe-Saint-Lambert, Brussel, 1991, p.188.
GASPW/DS 20: 590 (1909); station: 371 (1966).
KAB/SPW divisie 3, sectie D, blad 8, schets 11 (1882).
Publicaties en studies
BLANCHART, G., Le chemin de fer Bruxelles-Tervuren, s.l., 2002.
CULOT, M. (o.l.v.), BRAUMAN, A., HOA J.-P., et al., Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles: Woluwe-St.-Lambert, St.-Pierre & Evere, Brussel, AAM, 1982, fiche nr. 60.
DE BOT, Hugo, Stationsarchitectuur in België. Deel 1: 1835-1914, Brepols, Turnhout, 2002, pp. 215, 219.
DEMEY, Th., Bruxelles en vert. Guide-promenade des jardins publics du Molenbeek à la Woluwe, Badeaux, Brussel, 2003.
TEMMERMAN, C., L'avenue de Tervueren, p. 15.
VILLEIRS, M., et al., Histoire de Woluwe-Saint-Lambert, Musée communal de Woluwe-Saint-Lambert, Brussel, 1991, p.188.































