Onderzoek en redactie
1997-2004
Aangelegd tegenover hoofdingang van eerste Zuidstation (zie Fonsnylaan) bij K.B. van 17.05.1864.
Genoemd naar Belgische grondwet van 1830. Aanvankelijk in volksmond ook Zuidplein of plein van het nieuwe Zuidstation genoemd.
Gedeeltelijk aangelegd op vooruitgeschoven bastion van eerste omwalling, zgn. halve maan van Sint-Jan. Terrein vervolgens gebruikt als droogweide voor fabrieken in bedrukt katoen van rijke industrieel en geldmagnaat Frédéric-Chrétien Basse. Aanleg van plein start in 1869 en wordt pas in 1877 voltooid. Het plein bestaat aanvankelijk uit vier plantsoenen of parterres, gescheiden door twee lanen die elkaar kruisen op rondpunt met fontein. De plantsoenen tenslotte worden door twee parallelle lanen met bomen begrensd.
Aan weerszijden van plein telkens driehoekig bouwblok: enerzijds tussen gewezen Pruisenstraat - huidige Argonnestraat -, Jamarlaan en plein, en anderzijds tussen huidige Argonnestraat, Hallepoortlaan en plein. Derde bouwblok met naar plein gerichte voorgevel met gebroken hoek en vormt de hoek tussen de Jamarlaan en huidige Poincarélaan.
In 1881 wordt tracé van parterres gewijzigd om doortocht van trams te verbeteren. In 1902 worden in functie van toenemend verkeer, parterres versmald om wegen en voetpaden te verbreden. In 1910 besluit men alles te vervangen door de Noord-Zuidverbinding. Voortaan zou een viaduct, zgn. Zuidbrug, over plein lopen. Werken starten in 1911. Funderingen van toekomstige viaduct zijn amper gelegd als W.O. I uitbreekt. Werken worden pas in 1936 hervat en in jaren vijftig voltooid (zie Fonsnylaan).
Bij bouw van HST-station, begin 2000, (zie Fonsnylaan) wordt Europaesplanade, gedeeltelijk aangelegd op plaats van eerste station. De verkeersader wordt doorgetrokken tot kleine ring en palmt N-W gedeelte van Grondwetpl. in, dat sindsdien het Z-O door spoorweg en in verlengde van Fonsnylaan wordt begrensd. De onpare kant verdwijnt en plein krijgt nieuwe nummering: gebouwen van bouwblok langs Argonnestraat en Jamarlaan worden opgenomen bij esplanade (zie Europaesplanade Nr. 9 tot 23), die op gebroken hoek tussen Poincarélaan en Jamarlaan komen bij Jamarlaan (zie Jamarlaan Nr. 1, 1a, 1b, 1c, 1d).
Vanaf eind jaren 1860 bebouwd met gebouwen met neoclassicistische inslag met voornamelijk hotel-, restaurant- of caféfunctie. Meeste benedenverdiepingen voorzien van luifel. Aan pare kant vanaf begin XX twee grote hotels: Hôtel de la Providence (zie Argonnestraat nr. 18) en Hôtel de l'Espérance, in 1953 vervangen door groot appartementsgebouw (zie nr. 2-16).
Genoemd naar Belgische grondwet van 1830. Aanvankelijk in volksmond ook Zuidplein of plein van het nieuwe Zuidstation genoemd.
Gedeeltelijk aangelegd op vooruitgeschoven bastion van eerste omwalling, zgn. halve maan van Sint-Jan. Terrein vervolgens gebruikt als droogweide voor fabrieken in bedrukt katoen van rijke industrieel en geldmagnaat Frédéric-Chrétien Basse. Aanleg van plein start in 1869 en wordt pas in 1877 voltooid. Het plein bestaat aanvankelijk uit vier plantsoenen of parterres, gescheiden door twee lanen die elkaar kruisen op rondpunt met fontein. De plantsoenen tenslotte worden door twee parallelle lanen met bomen begrensd.
Aan weerszijden van plein telkens driehoekig bouwblok: enerzijds tussen gewezen Pruisenstraat - huidige Argonnestraat -, Jamarlaan en plein, en anderzijds tussen huidige Argonnestraat, Hallepoortlaan en plein. Derde bouwblok met naar plein gerichte voorgevel met gebroken hoek en vormt de hoek tussen de Jamarlaan en huidige Poincarélaan.
In 1881 wordt tracé van parterres gewijzigd om doortocht van trams te verbeteren. In 1902 worden in functie van toenemend verkeer, parterres versmald om wegen en voetpaden te verbreden. In 1910 besluit men alles te vervangen door de Noord-Zuidverbinding. Voortaan zou een viaduct, zgn. Zuidbrug, over plein lopen. Werken starten in 1911. Funderingen van toekomstige viaduct zijn amper gelegd als W.O. I uitbreekt. Werken worden pas in 1936 hervat en in jaren vijftig voltooid (zie Fonsnylaan).
Bij bouw van HST-station, begin 2000, (zie Fonsnylaan) wordt Europaesplanade, gedeeltelijk aangelegd op plaats van eerste station. De verkeersader wordt doorgetrokken tot kleine ring en palmt N-W gedeelte van Grondwetpl. in, dat sindsdien het Z-O door spoorweg en in verlengde van Fonsnylaan wordt begrensd. De onpare kant verdwijnt en plein krijgt nieuwe nummering: gebouwen van bouwblok langs Argonnestraat en Jamarlaan worden opgenomen bij esplanade (zie Europaesplanade Nr. 9 tot 23), die op gebroken hoek tussen Poincarélaan en Jamarlaan komen bij Jamarlaan (zie Jamarlaan Nr. 1, 1a, 1b, 1c, 1d).
Vanaf eind jaren 1860 bebouwd met gebouwen met neoclassicistische inslag met voornamelijk hotel-, restaurant- of caféfunctie. Meeste benedenverdiepingen voorzien van luifel. Aan pare kant vanaf begin XX twee grote hotels: Hôtel de la Providence (zie Argonnestraat nr. 18) en Hôtel de l'Espérance, in 1953 vervangen door groot appartementsgebouw (zie nr. 2-16).
Bronnen
Publicaties en studies
DEMEY, T., Bruxelles, histoire d'une capitale en chantier, CFC éd., Brussel, 1990, t. 2, p. 205.
DUBREUCQ, J., 1997, pp. 75-84.
GOMBERT, C., et al., Saint-Gilles. Guides des communes de la Région Bruxelloise, Guides CFC-Éditions, Brussel, 2004, p. 13.
Saint-Gilles. Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU asbl, Brussel, 1988, pp. 24-25.
Andere
CHDStG.
Verzameling van Dexia Bank.
DEMEY, T., Bruxelles, histoire d'une capitale en chantier, CFC éd., Brussel, 1990, t. 2, p. 205.
DUBREUCQ, J., 1997, pp. 75-84.
GOMBERT, C., et al., Saint-Gilles. Guides des communes de la Région Bruxelloise, Guides CFC-Éditions, Brussel, 2004, p. 13.
Saint-Gilles. Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU asbl, Brussel, 1988, pp. 24-25.
Andere
CHDStG.
Verzameling van Dexia Bank.