Eugène Demolderlaan 68, 70

Geheel van twee analoge burgerhuizen in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., n.o.v. architect Georges Martin, 1913. Gesigneerd op de benedenverdieping van nr. 68 “G. MARTIN / ARCHITECTE”.

Begin van een bijzonder homogene huizenrij, tot nr. 108.

Opstanden van drie bouwlagen en, op de verdiepingen, één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte.. Gevels in Euvillesteen. Drie rondbogige muuropeningen op de benedenverdieping. Gebeeldhouwd decor van appels resp. druiven. Stenen hoofdgestellenHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Traliewerk van het tuintje bewaard, op nr. 68 met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering..

Op nr. 68, smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., die van het terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met uitkragende friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. Tweeledig dak, vooraan behandeld als een hoog, bijna verticaal ondervlak, voorzien van een rondbogige stenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en twee oeils-de-boeuf. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de eerste twee bouwlagen, met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met glas-in-loodraam, bewaard.

Op nr. 70, bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. van twee bouwlagen, met een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. opengewerkt met ovalen in de eerste bouwlaag en met smeedijzeren traliewerk in de tweede, bekroond door een terras waarvan de balustradeHekwerk van spijlen of balusters. is verdwenen. Achter het terras, attieklaag voor het mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. bekroond door een vuurpotOrnament in de vorm van een vuurpot.. Oeils-de-boeuf verwijderd. Beglaasde smeedijzeren deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de benedenverdieping bewaard.