Onderzoek en redactie

2009-2011

 

Bekijk de weerhouden gebouwen
Van Naamse Poort naar Eugène Flageyplein. Leidt iets voorbij Naamse Poort naar Waversesteenweg. Onregelmatig verloop tot aan Maesstraat, vervolgens sterk dalend, loodrecht op Heilige-Kruiskerk.

Aloude verbindingsweg tussen Naamse Poort en Elsene-Casteleyn, het dorp dat zich vanaf de 13e eeuw rond het huidige E. Flageyplein ontwikkelde. Oorspronkelijk niet rechtstreeks uitgevend op het plein, maar huidige de Vergniesstraat volgend. Werd aanvankelijk Zwaerenberg genoemd, verwijzend naar haar sterke helling, waarlangs hout uit het Zoniënwoud en bier uit het dorp naar de hoofdstad werd vervoerd. Reeds vanaf 1459 geplaveid. Heraangelegd in 1698 en sindsdien chaussée de Namur genoemd.

Kruispunt van Waverse- met Elsensesteenweg, ca. 1910 (Verzameling van Dexiabank).

Bebouwing concentreerde zich aanvankelijk op het eind van de steenweg rond het dorp, maar sinds eind 14e eeuw begon aan de Naamse Poort een voorstad te groeien. In loop van 17e en 18e eeuw verschenen langs de verkeersader meer en meer, vaak losse, huizen met uitgebreide tuinen. Het huidige Fernand Cocqplein en het gemeentehuis vinden hun ontstaan trouwens in de driehoekige tuin van de Tulipant, een woning-herberg opklimmend tot 17e eeuw, die in 1833 werd gesloopt voor de bouw van het pavillon Malibran (zie nr. 168 en Fernand Cocqplein). Andere landhuizen op de steenweg vinden hun ontstaan in de 18e en 19e eeuw.
De verstedelijking van Boven-Elsene kende haar start met de afbraak van de Naamse Poort in 1785 en de ontmanteling van de vestigingen. De gronden werden verkaveld, tussen Elsense- en Waversesteenweg en huidige Francartstraat door Joseph Francart vanaf 1792 en tussen later Guldenvlieslaan en de Stassartstraat door Bernard De Neyer. Rond 1812 was de omgeving van de Naamse Poort zo goed als dichtgebouwd. Tegen 1840 was de bebouwing al tot aan de Viaductstraat opgerukt. De zich ontwikkelende Leopoldswijk en de afschaffing van de octrooirechten (1860) vormden extra impulsen tot de verstedelijking. Het laatste deel van de steenweg werd vanaf het kruispunt met de Kluis- en de Vergniesstraat werd rechtgetrokken volgens het K.B. 21.04.1857. De rooilijnen van de steenweg werden verder nog aangepast volgens de K.B. van 17.10.1863 en 23.07.1866. Tegen 1880 was het gebied tussen beide gehuchten volledig dichtgebouwd.

Elsensesteenweg 28 tot 44 (Françoise Waltéry © MRBC - MBHG, 2011).

Oudste bewaarde bouwaanvragen van 1821. Negentiende - eeuwse straatbeeld werd voornamelijk bepaald door neoclassicistische bebouwing (zie nr. 67, 140-142 en 144) gaande van burgerwoningen met symmetrische compositie tot fraaie, thans merendeels gesloopte of sterk verbouwde herenhuizen, zoals nr. 132, voormalig herenhuis, oorspronkelijk met neoclassicistische gevel, gebouwd voor Emmanuel Joseph Nieuwinckel in 1836 en verhoogd met vierde bouwlaag door baron Roest d’Alkemaer, 1884. Sinds 1924 lagere school en onherkenbaar verbouwd. Verder, op de heuvelkam, lagen enkele landhuizen met uitgestrekte tuinen, zoals het pavillon Malibran (zie nr. 168), het landgoed Kerckx (zie nr. 187) en de inmiddels gesloopte landhuizen van de families Vander Straeten (t.h.v. nr. 211-213), Lybaert, (t.h.v. nr. 227), burggraaf du Toict (op hoek met Viaductstraat) en Anoul-Van Elewijck (op hoek met Kluisstraat).

Elsensesteenweg 132, verhogen van het hotel i.o.v. baron Roest d’Alkemaer, GAE/DS 171-132 (1884).

Het eerste straatdeel tot aan het F. Cocqplein kende al heel vroeg, naast een (representatieve) woonfunctie, diverse commerciële functies. Zo dateren de eerste bouwaanvragen voor winkelpuien uit de jaren 1840. Naast winkels verschenen tal van pensionnats, luxewinkels, grand cafés, theaters en spektakelzalen. De uitgangsbuurt concentreerde zich voornamelijk tussen de Naamse Poort en de kruising van de Waverse- en Elsensesteenweg. Notoire cafés als La Paix (Guldenvlieslaan nr. 1-3 – Elsense Steenweg nr. 3), l’Horloge, l’Etoile of Théatre Molière (zie Bolwerksquare) zijn ondertussen onherkenbaar verminkt of gesloopt. Hoekpanden met Waversesteenweg (zie Elsensesteenweg nr. 18, 20 en Waverseteenweg 2-4, en Waversesteenweg nr. 1 tot 7 en Elsensesteenweg 24 en 26) hebben hun neoclassicistisch uitzicht grotendeels weten te bewaren. Kleinschalige neoclassicistische architectuur met slechts twee bouwlagen vinden we verder, doch sterk verbouwd, langs de steenweg terug (nr. 28 tot 44, 65, 70 tot 74, 88 tot 92).

Vanaf de jaren 1930 verschijnen de eerste appartementsgebouwen in vrij traditionele stijlen, vaak ter vervanging van vroegere herenhuizen.

Elsensesteenweg 133, bouwaanvraag voor drie huizen, gesloopt voor Electrabelcomplex, GAE/DS 171-133 (1842).

Sinds jaren 1950 evolueerde het straatbeeld van het eerste deel van de steenweg heel snel door veranderde modes inzake winkelinrichting en de verruiming van zowel het winkeloppervlakte als de winkelpui. Meerdere huizen werden samengevoegd en aangepast aan moderne verkoopstechnieken, zoals bijvoorbeeld L’Innovation met uniforme gevel (nr. 39-51, arch. A. Dautzenberg, 1933) en La Compagnie de Gaz, overwegend neoclassicistische straatwand uit midden van 19e eeuw, maar in verschillende fases samengevoegd tot kantoren van Electrogaz, voorloper van Electrabel, (nr. 127-133) beiden op de steenweg gevestigd sinds jaren 1900 en nadien herhaaldelijk gemoderniseerd en uitgebreid. In andere gevallen worden huizen juist opgesplitst in meerdere winkel(tje)s.

Elsensesteenweg 84, uitstalraam van ‘Vanden Borre’ n.o.v. arch. Charles Van Nueten, 1952 ([i]La Maison[/i], 1956, p. 337).

Nog andere werden gesloopt voor de bouw van nieuwe winkelgalerijen zoals Elsene Galerij (zie nr. 50) en Gulden-Vliesgalerij (i.o.v. Fernand Gillion en n.o.v. arch. Pierre Pirenne, 1965-1979). Nieuwe winkelketens zoals voormalige Rob (zie nr. 7), à la Bourse (zie nr. 69), Universal Menager (zie nr. 96) of Vanden Borre (nr. 84, n.o.v. Charles Van Nueten, 1952, met één van de eerste volledig beglaasd gevelbreed uitstalraam, maar helaas herhaaldelijk verbouwd) laten zich opmerken door gevelbrede uitstalramen die ’s nachts rijkelijk worden verlicht. Ze kenmerkten zich verder door hun specifieke circulatieassen en winkelruimtes (open of gesloten rekken; tentoonstelling-, demonstratiezaal en verkoopshoek; specifieke personeelsruimten) en gebruik van nieuwe technieken (luchtverwarming, roltrappen, neonverlichting).

Elsensesteenweg, kruispunt met Atheneumstraat, ca. 1900 (Verzameling van Dexiabank).

In de jaren 1990 werd het kruispunt met de Prins Albert-, de Gewijdeboom-, Atheneum- en Vredestraat op ongelukkige wijze beroofd van een deel van het bouwblok tussen de Gewijdeboomstraat en de Prins Albertstraat en dit voor de aanleg van een nieuwe toegang tot de congreszalen van de NV Solvay. In 1991 werd op het kruispunt het bronzen borstbeeld onthuld van Ernest Solvay door Fonderie Ghysels en n.o.v. Victor Rousseau uit 1913.

Tweede straatdeel werd beheerst door aantal landhuizen waarvan meerderheid is gesloopt. Naast het bestaande voormalige landhuis van Kerckx hadden zijn erven de tuin langs de Kluisstraat rond 1900 verkaveld. In 1967 werden deze huizen grotendeels gesloopt ter vervanging van het huidige appartementscomplex (nr. 189, arch. Felix De Saeger, 1968). Aan de overzijde van de Kruisstraat gebeurde hetzelfde in de jaren 1980 voor de bouw van het huidige kantoorgebouw. Iets verder op de steenweg werd het landhuis van Lybaert gesloopt ter vervanging van een serie appartementsgebouwen tussen de steenweg en de achterliggende Elyseese Veldenstraat (nr. 227, i.o.v. Société Immobilière des Champs Élysées en n.o.v. arch. E. Goffray, 1952-1953).
Op nr. 210 herinnert een bronzen gedenkplaat aan het geboortehuis van Luitenant-Generaal H. Delobbe (1861-1931), een belangrijk legeraanvoerder van tijdens de Eerste Wereldoorlog en naar wie een kazerne in Mechelen is genoemd.

Elsensesteenweg, laatste straatgedeelte richting Heilige Kruiskerk, ca. 1900 (Verzameling van Dexiabank).

Ondanks talrijke verbouwingen (verhoogd, herbepleisterd, briketten) wordt het huidig straatbeeld in het tweede deel van de steenweg nog steeds bepaald door de ritmering van overwegen neoclassicistische huizen en het trapsgewijze verloop van hun balkons en kroonlijsten (zie nr. 229 tot 295).

Bronnen

Archieven
GAE/DS 65: 171-65; 39-51: 171-39-41-43; 106: 171-106; 127-133: 171-125-127-133, 171-133-135; 132: 171-132; 140-142: 171-140; 189: 171-189-201; 210: 171-210.
GAE/OW 171; Historique des rues (1925).

Tijdschriften
HAINAUT, M., La chaussée d’Ixelles (1ère partie) de la porte de Namur à la rue de la Paix, Mémoire d’Ixelles, 59-60, 1995, p. 15.
HAINAUT, M., La chaussée d’Ixelles (2ère partie) de la rue de la Paix à la place Flagey, Mémoire d’Ixelles, 61-62, 1996, pp. 7-54.
‘Le magasin Vanden Borre, à Ixelles, Architecte: Charles Van Nueten, Entrepreneur: J.B. Surkyn & fils’, La Maison, 11, 1956, pp. 337-338.
‘Magasin Van Den Borre à Ixelles (1952-1962)’, La Maison, 12, 1966, pp. 416.