Onderzoek en redactie

2010-2012

 

Bekijk de weerhouden gebouwenTussen Ardense Jagersplein en Auguste Reyerslaan. Deze lange laan wordt opeenvolgend gekruist door Félix Marchallaan en Milcampslaan, waar de drie lanen de Morellenboomsquare vormen, de Victor Hugostraat en dan, ter hoogte van de Eugène Plaskysquare, de Diamantlaan en de Eugène Plaskylaan.

Ligt in de Linthoutwijk, waarvan het stratenplan in 1903-1904 werd getekend door Octave Houssa, ingenieur van de gemeentelijke dienst openbare werken, goedgekeurd bij K.B. van 24.06.1904, en definitief goedgekeurd bij K.B. van 21.04.1906, samen met drie andere nieuwe Schaarbeekse wijken – Monrose, Josaphatdal en Monplaisir-Helmet.

De laan werd in 1907-1908 geopend. Tot in 1911 droeg enkel het eerste gedeelte, tot aan de Eugène Plaskysquare, de naam van Emile Max (1868-1930), Belgisch politicus geboren in Schaarbeek. De tweede helft heette toen de Auguste Reyerslaan, een naam die uiteindelijk, tijdens de gemeenteraadszitting van 10.11.1911, werd gegeven aan het gedeelte van de militaire laan waarop de laan uitmondt. Daarenboven begon tot in 1946 – de datum waarop het Ardense Jagersplein zijn naam kreeg − de Emile Maxlaan in de Notelaarsstraat, aan de zuidoostelijke kant van het plein. Dat verklaart de huidige huisnummering van de laan, waarvan het eerste huis aan onpare zijde het nummer 25 heeft.

Tot aan het begin van het laatste straatgedeelte is de laan hoofdzakelijk bebouwd met huizen in eclectische stijl, soms met Beaux-Arts-inslag, ontworpen tussen 1907 en 1913. Verscheidene huizenrijen vormen bijzonder coherente architecturale gehelen. Het grootste daarvan strekt zich uit van Ardense Jagersplein nr. 3 tot Emile Maxlaan nr. 53. De homogeniteit van deze huizenrij wordt verklaard door de aanwezigheid van verscheidene gehelen van dezelfde architect. Zo werden, net als hun buren op het plein (nr. 3 tot 23), nr. 25 en 27 ontworpen voor aannemer Léonard Matheys, in 1908. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor nr. 29 tot 33. Dan volgen nr. 35 en 37 (1908), en 39 (ca. 1908). Nr. 41 tot 53, die de huizenrij afsluiten, zijn dan weer het werk van architect Pierre Decnop, i.o.v. aannemer J.-B. Decnop (1908-1909). Dezelfde architect en opdrachtgever tekenden ook nr. 10 tot 18 (1907-1908) van de laan, die samen met nr. 20 (1907) een andere homogene huizengroep vormen. Pierre Decnop ontwierp nog twee andere woningen in 1910 (zie nr. 77 en 79). Een laatste huizenrij, die zich van de andere bouwwerken van de straat onderscheidt door haar uitzonderlijke kwaliteit, wordt gevormd door nr. 117 tot 133 (zie deze nummers). Andere gebouwen zijn dan weer typisch voor de eclectische bebouwing uit de jaren 1910, zoals nr. 60 (ca. 1911), 81 (1911), 91-93 (1910) en 95 (1912). Vermelden we nog nr. 68 (1911), met art nouveau-inslag, waar de Belgische schrijver Hubert Krains (1862-1934) woonde.

Zicht op de Emile Maxlaan vanop het kruispunt gevormd door de Victor Hugostraat en de Milcampslaan, naar het Ardeense Jagersplein (Verzameling Dexia Bank-ARB-BHG).

Tussen de gebouwen van voor de Eerste Wereldoorlog kwamen tijdens de jaren 1920 en 1930 huizen in Beaux-Artsstijl of art deco. Daaronder nr. 65 (architect L. Serrure, 1933), 67 (architecten Hambresin Frères, 1922), 137 (architect Isidore De Bièvre, 1928) en 142 (architect James Allard, 1925).

Aan het einde van de laan dateren de meeste huizen uit het interbellum, aangevuld met enkele gebouwen uit de tweede helft van de 20e eeuw, hoofdzakelijk appartementsgebouwen. In dit gedeelte van de laan vermelden we een verzorgd herenhuis dat Beaux-Artsstijl en art deco vermengt (zie nr. 163), alsook twee sobere gebouwen die het voor- en naoorlogse modernisme illustreren (zie nr. 161 en 146-150).

Op nr. 151-155 liet de Union Catholique Saint-Albert in 1923 in het huizenblok een jeugdlokaal bouwen dat in 1937 werd uitgebreid. De directeurswoning, aan de straatkant, werd in 1927 ontworpen (architect Albert Delcorde). Sinds 1933 is in de lokalen een scoutseenheid gehuisvest.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 10, 12: 76-10-12; 14: 76-14; 16: 76-16; 18: 76-18; 20: 76-20; 25, 27: 300-25-27; 35, 37: 76-35-37; 41, 43: 76-41-43; 45, 47, 49: 76-45-49; 51, 53: 76-51-53; 65: 76-65; 67: 76-67; 68: 76-68; 81: 76-81; 91-93: 76-91-93; 95: 76-95; 137: 76-137; 142: 76-142; 151-155: 76-153.
GAS/OW 76.
GAS/OW Infrastructuur 229.

Publicaties en studies
BERTRAND, L., Schaerbeek depuis cinquante ans. 1860-1910, Librairie de l'Agence Dechenne, Brussel, 1912, p. 59.
DEBOURSE, X., Schaerbeek. Parcours d'Artistes, Arobase Édition, Brussel, 2009, p. 60.

Kaarten / plannen
HOUSSA, O., Plan des transformations de la commune de Schaerbeek, 1903 (Huis der Kunsten van Schaarbeek).
HOUSSA, O., Plan no 2. Commune de Schaerbeek. Quartier de Linthout. Projet d'avenues et rues nouvelles, 26.09.1904 (GAS/OW).
Plan général de la commune de Schaerbeek 1911 in: BERTRAND, L., Schaerbeek depuis cinquante ans. 1860-1910, Librairie de l'Agence Dechenne, Brussel, 1912.
Plan général de la commune de Schaerbeek 1913 (GAS/OW).