Onderzoek en redactie
1989-1994
Bekijk de weerhouden gebouwenVan Koningsstraat naar Regentlaan. Onderdeel van de classicistische stedenbouwkundige aanleg van de Warandewijk, vanaf 1776 gerealiseerd naar ontwerp van architect Barnabé Guimard (zie Park van Brussel). Noordelijke dwarsas van de wijk, aanvankelijk zogenaamd “Brabantstraat” en begrepen tussen de Koningsstraat en de Hertogsstraat, met perspectief ten westen en ten oosten respectievelijk eindigend in de Parkgang en in de afgesloten meest noordelijke dwarsgang van de Hertogsstraat; vanaf 1797 zogenaamd “Wetstraat”. Bij de aanleg van de Regentlaan in 1821-1823 als rue Latérale aangesloten op de nieuwe ringlaan. Tracé bij de aanleg van de Leopoldswijk vanaf eind jaren 1830, doorgetrokken in de nieuwe rue de la Société Civile, in 1853-1855 onder de benaming “Wetstraat” in Etterbeek verder doorgetrokken tot aan het nieuwe militaire oefenplein, vanaf 1876 heraangelegd en uitgebouwd tot het huidige Jubelpark.
Zoals in oorsprong voor de Koningsstraat en de Hertogsstraat werd in de Warandewijk ook voor de bebouwing aan de noordzijde van de Wetstraat geopteerd voor een homogeen architecturaal ensemble, evenwel met een meer monumentaal karakter door de centrale inplanting van het imposante U-vormige Paleis der Natie, met voorliggend ereplein, en aan weerszijden een symmetrische opstelling van ruime midden-, kleinere hoekpaviljoenen en verbindende portiekmuren. Voor het nagenoeg rechthoekige, in de noordas gelegen ereplein, heden zogenaamd “Natieplein”, werd de oorspronkelijk geplande afsluiting met monumentale ingang niet uitgevoerd; plein voorheen geplaveid, thans geasfalteerd rondom een plantsoen, in 1921 van de Wetstraat afgesloten door een ijzeren hek in Lodewijk XVI-stijl.
Aan de overzijde, parkomheining met recht tracé onderbroken voor het voorplein van het Parktheater en de Waux Hall, sinds 1782 ingeplant in het oostelijk parkmassief.
Oostelijke straatgedeelte ingezet door de symmetrische hoekgebouwen nr. 9 en 18, met gevelarchitectuur aansluitend bij de classicistische bebouwing van de Hertogsstraat (cf. ook aldaar). Schaalvergrotende hoekbeëindiging met de Regentlaan door in de jaren 1950-1960 verbouwde of nieuw gebouwde monumentale kantoorcomplexen.
Paviljoenen nr. 2 tot 16. Homogeen ensemble van herenhuizen en aansluitende lage verbindingsgebouwen met portiekmuren, in classicistische stijl, gekenmerkt door een perfect symmetrische dispositie - evenwel onderling gedifferentieerd -, met een uniforme gevelbepleistering verlevendigd door hardsteen voor het lijstwerk en de decoratieve elementen. Opgetrokken van 1782 tot 1785 volgens het eenheidsontwerp van architect Barnabé Guimard. Zoals voor het Koningsplein werd ook hier de bouw bekostigd door kapitaalkrachtige abdijen en particulieren: in casu nr. 2 door de Hofproost L. de l’Escaille, nr. 4-8 en 14-16 respectievelijk door de abdijen van Affligem en Sint-Gertrudis van Leuven, nr. 12 door baron E. Walckiers. Herenhuizen in oorsprong met residentieel karakter, voornamelijk bewoond door particulieren, vanaf 1830 stelselmatig betrokken door diverse ministeriële departementen en geleidelijk uitgebreid tot het huidige volledige bouwblok Koningsstraat/Leuvenseweg/Henri Beyaertstraat/Hertogsstraat.
Hoekpaviljoenen met drie in hoogte afnemende bouwlagen en voorgevels van drie traveeën met door imitatiebanden gelijnde benedenbouw boven plint met keldergaten. Geaccentueerde middentravee in risaliet, doorgetrokken in het hoofdgestel met gelede architraaf en kroonlijst op klossen en gekoppelde consoles, beëindigd door een dakvenster met oculus tussen pilasters en voluten onder pseudoboogfronton. Extra markering door verticaal gelede panelen in de penanten, een decoratief entablement boven het bel-etagedeurvenster en een hardstenen Lodewijk XVI-balkon met siervazen, op dubbele uitgelengde consoles met rozetmotief. Ordonnantie voorts met rechthoekige bovenvensters in brede geriemde omlijsting en panelen op de borstweringen in de zijtraveeën. Verdiepte getraliede rechthoekige benedenvensters in geprofileerde omlijsting met diamantkopsluitstenen en panelendecor onder de lekdrempels op gegroefde consoles. Gelijkaardig steekboogvenster in de rondboognis van het middenrisaliet.
Ruimere zeven traveeën tellende middenpaviljoenen met zelfde bouwlaaghoogte, gevelopbouw, vensteromlijstingen en decor. Deurvensters hier in elke travee onder entablement, bovenste vensters met acanthussleutel, poorttravee met balkon in effen gevelvlak en beëindiging door een opengewerkte Lodewijk XVI-attiek.
Portiekmuren met verdiepte rechthoekige vensters, veelal getralied, en koetsdoorgangen naar de binnenplaatsen: rechthoekige poortomlijstingen tussen gegroefde panelen, onder driehoekige frontons met casementen en rozetmotief in timpaan en decoratieve gekoppelde consoles met leeuwenkop; bekronende opengewerkte Lodewijk XVI-attiek met siervazen op postamenten. Monumentaler opgevatte poortomlijstingen aan weerszij van het Natiepaleis: portiekstructuur met gegroefde Toscaanse zuilen, hoofdgestel met architraaf, metopen-trigliefenfries, tand- onder kroonlijst en blinde attiekbekroning met cannelures.