Typologie(ën)

kantoorgebouw

Ontwerper(s)

Yvan BLOMMEarchitect1961

Jean-François PETITarchitect1961

Jean HENDRICKXarchitect1961

René AERTSarchitect1961

Paul RAMONarchitect1961

Adrien BRESSERSarchitect1961

A. VAN ACKERarchitect1961

Marcel LAMBRICHSarchitect1961

Jean VAN DOOSSELAEREarchitect1961

Abram (Abraham) LIPSKIingenieur-architect1961

Michel JASPERSarchitect1993

Jacques MOESCHALbeeldhouwer1966

Jean-Pierre GHYSELSbeeldhouwer1966

R. et R. MAHIEUarchitect1993

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Postmodernisme
naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 9430
lees meer

Beschrijving

Groot ensemble van kantoren i.o.v. de Rijkskas voor Werknemerspensioenen, 1961. Bouw geleid door groep van architecten (René Aerts, Paul Ramon, Adrien Bressers, A. Van Acker, Marcel Lambrichs en Jean Van Doosselaere) en ingenieurs (studiebureau A. Lipski) aanvankelijk voorgezeten door Yvan Blomme maar na zijn dood opgevolgd door Jean-François Petit, bijgestaan door Jean Hendrickx.

Omvat drie gebouwen: vierkante toren van 150 m hoog, klein volume van één bouwlaag dat ingang van toren vormt, en veelhoekig gebouw met vier bouwlagen. Twee laatste met toren verbonden door loopbrug over private straat. Ensemble heeft volume van ca 375.000 m³.

Toren met 38 bouwlagen en drie ondergrondse bouwlagen. Om een zo groot mogelijke kantoorruimte te creëren, zijn de dienstruimtes (liften, trappen, vestiaires, sanitair en archieven) samengebald in het midden van de toren. Deze vierkante kern met een metalen geraamte en bekleed met beton, vormt tevens de enige dragende pijler1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) van heel het complex. Haar funderingsplaat bevindt zich 9 m onder straatniveau. Elke vloerplaat steunt op vier voorgebogen dragende liggers, zgn. Preflex-liggers, ontwikkeld door ingenieur A. Lipski.

Paul Henri Spaaklaan 2-4, Zuidertoren ([i]La Technique des Travaux[/i], 11-12, 1966, p. 328).

Om de uiteinden van de vloerplaten niet te belasten, ontwierpen de architecten een lichte gordijngevelNiet dragende gevel, meestal bestaande uit een opeenstapeling van vensterregisters. met uitspringende stalen en aluminium stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust., polyester raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met dubbel glas en donkergekleurde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in GlasalKunststoffen gevelplaat, bestaande uit een isolerende kern tussen twee platen (vandaar 'sandwich'). Bekendste uitvoering, Glasal, gemaakt op basis van cement en versterkingsvezels, met een glad zijdeglans oppervlakte en verkrijgbaar in een tiental verschillende kleuren.. De oorspronkelijke gordijngevelNiet dragende gevel, meestal bestaande uit een opeenstapeling van vensterregisters. werd in 1993 door architecten Michel Jaspers, R. en H. Mahieu vervangen door spiegelglazen variant in postmoderneTegenbeweging (sinds ca. 1980) van het modernisme. Het functionalisme wordt in vraag gesteld, terwijl vormelementen uit het verleden (classicisme, art deco, enz.) opnieuw en op eigentijdse wijze worden toegepast. stijl met tal van lichtgekleurde horizontale banden.

Sokkel van toren bekleed met lichtgrijs gepolijst graniet en aan oost- en westgevel telkens voorzien van een monumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten., geometrisch fonteinbeeld. Beelden spelen tevens rol in koeling van water van klimaatsregeling, dat naar een groot bekken wordt afgeleid; ontworpen door Jacques Moeschal en Jean-Pierre Ghysels, die in 1966 ex æquo wedstrijd wonnen georganiseerd door Staatskas. Beeld van Jacques Moeschal is van roestvrij staal, dat van Jean-Pierre Ghysels van platen geslagen koper.

Paul Henri Spaaklaan 2-4, Zuidertoren, beeldhouwwerk n.o.v. Jacques Moeschal (foto 2004).

Toegangsvolume oorspronkelijk ook bekleed met graniet, maar grondig gerenoveerd in postmoderneTegenbeweging (sinds ca. 1980) van het modernisme. Het functionalisme wordt in vraag gesteld, terwijl vormelementen uit het verleden (classicisme, art deco, enz.) opnieuw en op eigentijdse wijze worden toegepast. stijl en voorzien van grote gebogen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak..

Polygonaal gebouw nu volledig bekleed met glasstructuur. Oorspronkelijk volledig opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. benedenverdieping met fijn metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Uitkragende middelste bouwlagen waren bekleed met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. lichtgrijs graniet en waren aan uiteinden opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. door lange vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Hoogste bouwlaag was blindZonder opening; blind venster, schijnopening. en lag onder breed uitstekende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en plat dak.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 126 (1961), 178 (1993).
KIK, 207485B.
Verzameling postkaarten Dexia Bank.

Publicaties en studies

Robert-Jones, P., Jacques Moeschal ou la sculpture architectonique, Les carnets d'architecture contemporaine 6, CFC éd., Brussel, 2002.


Tijdschriften

‘ La Tour du Midi à Bruxelles, arch. R. Aerts et P. Ramon / Y. Blomme et J.F. Petit / A. Bressers et A. Van Acker / M. Lambrichs / J. Van Doosselaere ', Architecture 68, 83, pp. 144-155.

‘ Immeuble de bureaux à Bruxelles, arch. E. Verhaegen ', Architecture 68, 83, pp. 156-159.

‘ Une nouvelle fontaine à Bruxelles ', Brabant, 3, 1968, p. 19.

‘ La Tour du Midi ', La Maison, 1, 1967, pp. 15-23, 34-35.

NOVGORODSKY, L., ‘ La Tour du Midi à Bruxelles. Immeuble pour bureaux de 37 étages et de 150 m de hauteur ', La Technique des Travaux, 11-12, 1966, pp. 322-335.