Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Arthur NELISSENarchitect1910

Stijlen

Art nouveau
Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 8720
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met art-nouveau-elementen en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen n.o.v. arch. Arthur Nelissen, 1910.

Lichtgekleurde bakstenen gevel met hardstenen elementen. Rechthoekige muuropeningen in eerste twee bouwlagen, onder verschillende soorten bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. in twee laatste bouwlagen, voorzien van sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en belijnd door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Lekdrempels met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. waarboven terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Panelen in dambordpatroon op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Kleine panelen met sgraffiti, met hardstenen omlijsting in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met kooflijst op fijne consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Bewaarde opengewerkte deur.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 360 (1910).