Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Hubert DE KOCKarchitect1892

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 8646
lees meer

Beschrijving

Groot huis in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. arch. Hubert De Kock (volgens De Keyser, G., 1996), 1892.

Bakstenen gevel met hard- en simili-natuurstenen elementen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Korfboogvensters. Deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met stijl en vleugelstukken onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. op verdiepingen geflankeerd door geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; in tweede bouwlaag houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder tentdak, bekroond door terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. onder aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en obeliskenMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt.; verlicht door rondboogvenster en klein rechthoekige vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Boven toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met tentdak. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; met getande dwarsregelsEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 3008 (1892).